ECLI:NL:RBOBR:2017:2381
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor wijkgebouw in Eindhoven
Op 26 april 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning voor de bouw van een wijkgebouw aan de Madernolaan/Serlioweg in Eindhoven. De vergunninghoudster, de Vereniging Wijkbelangen Prinsejagt 3, had een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van een wijkgebouw, waarvoor verzoekers bezwaar hadden gemaakt. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van een feitelijk onomkeerbare situatie, omdat het bouwwerk op poeren geplaatst zou worden en snel kan worden verwijderd. Hierdoor ontbrak een spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter nam in zijn overwegingen mee dat de vergunninghoudster belang had bij de voortgang van de bouw en dat de verzoekers niet konden aantonen dat er onomkeerbare schade zou optreden. De voorzieningenrechter wees erop dat het verwijderen van speeltoestellen en de aantasting van groen niet binnen de omvang van het geding viel. De belangen van de verzoekers, die vreesden voor escalatie van de stemming in de buurt, werden afgewogen tegen de belangen van de vergunninghoudster en de gemeente, die de bouw wilden voortzetten. Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.