Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij
- een Sony playstation en/of
- een Wii spelcomputer en/of
- I Phone oortjes en/of
- een horloge en/of
- geld en/of
- geheugenkaartjes en/of
- bandjes van videocamera’s en/of
- meerdere camera’s,
hij op of omstreeks 23 april 2016 te Eindhoven een wapen in de zin van artikel 2, lid 1 categorie 1 onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een bibi-gun/imitatiepistool, voorhanden heeft gehad;
De formele voorvragen.
Bewijs.
Ten aanzien van parketnummer 01/865054-16.
Hij haalde hij een legging uit de andere kamer en knoopte die om mijn nek. Daarover deed hij een riem en die trok hij aan.(…)
Hij liep telkens weg en ging het hele huis door.(…)
Elke keer kwam hij terug. Hij ging dan achter mij staan en trok aan de riem die om mijn nek zat.(…)
Hij kwam 4 à 5 keer terug en trok dan aan de riem om mijn nek. De laatste keer dat hij dit deed was het ergste. Hij kwam toen geknield voor mij zitten op bed. Hij trok toen weer aan de riem, maar zo hard dat ik voelde dat mijn strottenhoofd naar achteren schoof. Toen dacht ik, dit gaat helemaal fout. Ik dacht het licht gaat uit.(…)
De riem om de nek deed niet zo’n pijn, dat komt natuurlijk ook omdat die legging tussen de riem en mijn nek zat. Zo sneed de riem niet in mijn nek. Op het moment dat hij de riem aantrok, voelde ik dat mijn keel dicht zat. Ik kreeg geen lucht meer en kreeg het benauwd”. [7]
de bewezenverklaring’heeft begaan.
Ten aanzien van parketnummer 01/088161-16.
Feit 1.
de bewezenverklaring’is verwoord wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het strafverzwarende bestanddeel dat ziet op de braak, verbreking en/of inklimming nu daar het wettig bewijs voor ontbreekt.
Feit 2.
de bewezenverklaring’ is verwoord wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van parketnummer 01/820267-16.
Feit 1 primair/subsidiair.
de bewezenverklaring’ wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2.
De bewezenverklaring.
(vervolgens/daarbij)
en (vervolgens)
heeft aangetrokken;
- een Sony PlayStation en
- een Wii spelcomputer en
- iPhone oortjes en
- een horloge
- geld en
- geheugenkaartjes en
- bandjes van videocamera’s en
- meerdere camera’s,
toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ;
op 23 april 2016 te Eindhoven een wapen in de zin van artikel 2, lid 1 categorie 1 onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een bibi-gun/imitatiepistool, voorhanden heeft gehad;
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregel.
De rechter zal zich daarbij in zeer sterke mate moeten laten leiden door de bevindingen en conclusies van gedragsdeskundigen, maar als de gedragsdeskundigen aan de grenzen komen van wat zij vanuit hun wetenschap nog kunnen verantwoorden, zal de rechter zijn eigen verantwoordelijkheid moeten nemen voor zover de wet hem daartoe ruimte geeft. De wet noch de jurisprudentie vereist dat de stoornis wordt geclassificeerd volgens het handboek DSM-IV en dat deze dient te worden vastgesteld door een gedragsdeskundige. Dit betekent dat in het uiterste geval de rechter, uiteraard slechts met grote behoedzaamheid, tot de vaststelling van een stoornis kan komen, ook al kunnen de gedragsdeskundigen op basis van de voor hen geldende wetenschappelijke criteria en tuchtrechtelijke normen niet tot die conclusie komen. Voor zijn beslissing dient de rechter dan wel voldoende steun te vinden in hetgeen gedragsdeskundigen zo mogelijk wel hebben kunnen vaststellen en hetgeen de rechter verder aan feiten en omstandigheden is gebleken met betrekking tot de persoon van verdachte.”
veelal geneigd impulsief en onnadenkend te handelen, waarbij hij niet wordt gehinderd door een adequaat ontwikkeld geweten”, aldus de psycholoog. Psychiater drs. T.S. van der Veer diagnosticeert in zijn rapport van 18 november 2003 bij betrokkene eveneens een oppositioneel opstandige gedragsstoornis “
bij persoonlijkheidspathologie in ontwikkeling met een narcistische en paranoïde kleuring, alsmede een antisociale tendens”.
Betrokkene(…)
wekt niet de indruk aan de slachtoffers te denken. Hij lijkt de gevolgen van zijn delictgedrag vervelender voor zichzelf te vinden. Hij wist naar eigen zeggen geen andere manier te bedenken om aan financiële middelen te komen dan middels criminele activiteiten.(…)
Gesteld kan worden dat er sprake is van een delictpatroon inzake vermogens- en geweldsdelicten.(…)
Ondanks dat de gestelde diagnoses uit 2003 verouderd zijn, zijn er vermoedens dat deze mogelijk een rol hebben gespeeld bij het delictgedrag, aangezien er sindsdien geen sprake is geweest van gedragsverandering.(…)
Zijn probleembesef is beperkt. Betrokkene dacht ten tijde van de delicten niet na over de consequenties voor hemzelf en die van zijn slachtoffers en stelde zijn eigen belang voorop, waarbij hij agressie niet schuwde. Betrokkene lijkt zich niets aan te trekken van de regels en wetten die gelden in de samenleving. Hij lapt het liefst alle regels en wetten aan zijn laars.
Al met al komen er uit de levensloop van betrokkene, het dossier en de groepsobservatie aanwijzingen van een antisociale persoonlijkheidsstoornis naar voren. Daarnaast lijken er aanwijzingen te zijn voor het bestaan van narcistische en paranoïde persoonlijkheidstrekken.”
Er in het dossier aanwijzingen zijn te vinden voor het bestaan van cluster B persoonlijkheidsproblematiek. (…)
Betrokkene’s huidige functioneren doet vermoeden dat zich inderdaad een transitie richting een persoonlijkheidsstoornis heeft voltrokken. Betrokkene disfunctioneert voor zover daar zicht op is op alle levensgebieden.(…)
Betrokkene’s uitspraken bij reclassering, politie en justitie getuigen meermaals van antisociale opvattingen, zoals het zich genoodzaakt zien delicten te plegen om na detentie zijn leven op te kunnen bouwen.”
Er in de beschikbare informatie aanwijzingen zijn te vinden voor het bestaan van cluster B problematiek, waarbij vooral gedacht wordt aan een scheefgroei van de persoonlijkheid in antisociale richting. Door de weigering van betrokkene is het niet gelukt deze hypothese eigenstandig te onderzoeken en te onderbouwen. Temeer omdat de dynamiek van de persoonlijkheid in interactie met andere facetten van zijn functioneren, zoals zijn middelengebruik, onduidelijk bleef. De beperkte gedragsobservaties op de afdeling wijzen niet overduidelijk in de richting van ernstige persoonlijkheidsproblematiek, al dringen vermoedens van antisociale en narcistische persoonlijkheidstrekken zich ook hier op.(…)
Door gebrek aan eigen onderzoek kunnen wij derhalve niet onderbouwen – noch uitsluiten – dat verdachte lijdende is aan een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis zijner geestvermogens. Wel kan worden opgemerkt dat sprake is van een langdurig patroon van onaangepast gedrag dat zowel voor betrokkene als voor de maatschappij voor problemen heeft gezorgd”.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1/slachtoffer 1] .
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2/slachtoffer 2] .
Teruggave.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Ten aanzien van 01/865054-16:diefstal, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.Ten aanzien van 01/088161-16 feit 1:diefstal door twee of meer verenigde personen.Ten aanzien van 01/088161-16 feit 2:handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.Ten aanzien van 01/820267-16 feit 1 primair:diefstal.Ten aanzien van 01/820267-16 feit 2:eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straf en maatregel.
gevangenisstrafvoor de duur van
5 jaarmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
2 jaar.
Ten aanzien van 01/865054-16:maatregel van schadevergoeding van € 8.308,62 subsidiair 76 dagen hechtenis.
Wijst af de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
Teruggave in beslag genomen goederen, aan [slachtoffer 1] (benadeelde) te weten:
€ 284,30G1012528.
Teruggave in beslag genomen goederen, aan [verdachte] (veroordeelde) te weten:
grijze gsm,merk Samsung goednummer 1012743.