ECLI:NL:RBOBR:2016:894
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot geschilbeslechting via de Geschillencommissie Advocatuur in declaratiegeschil tussen advocaten en cliënt
In deze zaak vorderde de burgerlijke maatschap [B] Advocaten betaling van onbetaalde declaraties door gedaagde, die juridische diensten had ontvangen van de advocaten mr. F.A. van den Heuvel en mr. S.H.J. Raessens. De declaraties, ter waarde van € 10.255,--, waren onbetaald gebleven, ondanks aanmaningen. Gedaagde voerde verweer en stelde dat [B] Advocaten niet ontvankelijk was in haar vordering, omdat het geschil eerst aan de Deken van de Orde van Advocaten had moeten worden voorgelegd. De rechtbank oordeelde dat, op basis van de Wet positie en toezicht advocatuur (Wpta), geschillen over de hoogte van declaraties van advocaten aan de Geschillencommissie Advocatuur moesten worden voorgelegd, tenzij anders overeengekomen. De rechtbank concludeerde dat [B] Advocaten verplicht was het geschil aan de Geschillencommissie voor te leggen, waardoor de burgerlijke rechter niet bevoegd was om het geschil te behandelen. De zaak werd aangehouden voor verdere aktewisseling tussen partijen.