Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 18 november 2016 met producties 1 tot en met 2g
- de brief van mr. Te Biesebeek d.d. 24 november 2016 met 6 producties en aankondiging van eis in reconventie
- de brief van mr. Hekkelman d.d. 25 november 2016 met productie 3
- de mondelinge behandeling
- de pleitnotitie van mr. Hekkelman
- de pleitaantekeningen van mr. Te Biesebeek inclusief het instellen en wijzigen van een vordering in reconventie
- de aanhouding van het kort geding om partijen de gelegenheid te bieden tot het treffen van een regeling
- de brief van mr. Hekkelman d.d. 5 december 2016 met het verzoek vonnis te wijzen
- de brief van mr. te Biesebeek d.d. 8 december 2016 met de bevestiging dat partijen geen regeling hebben bereikt.
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
Voor zekerheidstelling bestaat geen grond. Het is niet aannemelijk dat het vonnis van de rechtbank in hoger beroep wordt vernietigd ten guste van de curator. Het belang van [gedaagde] weegt bovendien zwaarder dan dat van de curator.
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
816,00
6.De beoordeling in reconventie
0,00