ECLI:NL:RBOBR:2016:6595
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Mensenhandel en misbruik van kwetsbare positie in arbeidsrelatie
Op 29 november 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor het medeplegen van mensenhandel, waarbij de verdachte samen met haar echtgenoot een kwetsbare werknemer, een Chinese kok, heeft uitgebuit. De werknemer, die de Nederlandse taal niet machtig was en geen kennis had van de Nederlandse cultuur, werd ondergebracht boven het restaurant van de verdachten en had geen toegang tot zijn eigen bankrekening of zorgpas. Gedurende de periode van 1 oktober 2011 tot en met 31 oktober 2012 werkte de werknemer aanzienlijk meer uren dan contractueel was afgesproken en ontving hij een loon dat ver onder het afgesproken bedrag lag. De rechtbank oordeelde dat de verdachten misbruik hebben gemaakt van de kwetsbare positie van de werknemer door hem te dwingen tot het verrichten van arbeid onder onmenselijke omstandigheden. De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, die bestond uit materiële schade.