ECLI:NL:RBOBR:2016:5799
Rechtbank Oost-Brabant
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van wrakingsverzoek door spreekgerechtigden en benadeelde partijen in strafzaak
Op 19 oktober 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven in de wrakingszaak met zaaknummer WR 16/028. Verzoekers, die als benadeelde partijen en spreekgerechtigden in de hoofdzaak optraden, dienden een wrakingsverzoek in tegen de rechters mr. J.H.P.G. Wielders, mr. E.C.P.M. Valckx en mr. R.J. Bokhorst. De wrakingskamer heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld, waarbij zij zich baseerde op artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering. De rechters hebben aangegeven dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk is voor verzoekers in hun hoedanigheid van spreekgerechtigden, omdat de wet geen ruimte biedt voor wraking door deze groep. De wrakingskamer heeft echter wel erkend dat verzoekers als benadeelde partijen ontvankelijk zijn in hun verzoek, maar heeft het verzoek uiteindelijk afgewezen. De rechters hebben hun standpunt toegelicht, waarbij zij benadrukten dat een voor een partij onwelgevallige beslissing op zichzelf geen grond voor wraking oplevert. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid was, en dat de gronden voor wraking niet voldoende waren om het verzoek te honoreren. De beschikking werd openbaar uitgesproken en ondertekend door de leden van de wrakingskamer.