ECLI:NL:RBOBR:2016:5307

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
28 september 2016
Publicatiedatum
27 september 2016
Zaaknummer
01/879378-16
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting door valse voorstelling van zaken met meerdere slachtoffers

In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 28 september 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in een relatief kort tijdsbestek 23 mensen heeft opgelicht. De verdachte maakte gebruik van een valse voorstelling van zaken om geld afhandig te maken van zijn slachtoffers. De rechtbank legt een gevangenisstraf op van 12 maanden, met aftrek van het voorarrest, en verplicht de verdachte om schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partijen. De zaak betreft twee parketnummers: 01/879378-16 en 01/156047-16. De eerste zaak betreft oplichting waarbij de verdachte zich voordeed als iemand die geld nodig had voor vervoer, en de indruk wekte dat hij geld had overgemaakt naar de bankrekening van de slachtoffers. De tweede zaak betreft een incident waarbij de verdachte een slachtoffer heeft bewogen tot de afgifte van 130 euro door te zeggen dat hij zijn sleutel in zijn woning had laten liggen en om hulp vroeg. De rechtbank heeft de tenlastelegging in beide zaken beoordeeld en heeft in sommige gevallen vrijspraak uitgesproken. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummers: 01/879378-16 en 01/156047-16 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 28 september 2016
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1986] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
thans gedetineerd te: P.I. Zuid Oost, HvB Roermond.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 17 juni 2016 en 14 september 2016 voor wat betreft de zaak met parketnummer 01/879378-16 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 14 september 2016 voor wat betreft de zaak met parketnummer 01/156047-16.
Op deze zitting heeft de rechtbank de tegen verdachte, onder de hiervoor genoemde parketnummers, aanhangig gemaakte zaken gevoegd.

De tenlastelegging.

De zaak met parketnummer 01/879378-16 is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 30 mei 2016.
De zaak met parketnummer 01/156047-16 is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 23 augustus 2016.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 december 2015 tot en met 19 maart 2016, te Eindhoven en/of Sint-Oedenrode en/of Helmond en/of Nuenen en/of Maarheeze en/of Stiphout en/of Deurne en/of Sint Anthonis, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een) (diverse) perso(o)n(en) heeft bewogen tot de afgifte van geld, althans enig goed, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich (telkens) voordoende als [alias 1] en/of [alias 2] en/of [alias 3] en/of [alias 4] , en/of (vervolgens)
- (telkens) die pers(o)n(en) (op straat) aangesproken en/of meegedeeld dat hij een geldbedrag nodig heeft en/of wilt lenen voor een taxirit en/of een rit met het openbaar vervoer en/of tankbeurt en/of (vervolgens) - (telkens) de indruk gewekt via een telefoon en/of computer en/of laptop en/of ipad een geldbedrag te hebben overgemaakt naar het rekeningnummer van die perso(o)n(en), waardoor die na te noemen perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot hierna genoemde afgifte(s), te weten (onder meer):
- [slachtoffer 1] voor een bedrag van 70 euro, en/of
- [slachtoffer 2] voor een bedrag van 50 euro en/of
- [slachtoffer 3] voor een bedrag van 80 euro en/of
- [slachtoffer 4] voor een bedrag van 45 euro en/of
- [slachtoffer 5] voor een bedrag van 100 euro en/of
- [slachtoffer 6] voor een bedrag van 100 euro en/of
- [slachtoffer 7] voor een bedrag van 90 euro en/of
- [slachtoffer 8] voor een bedrag van 80 euro en/of
- [slachtoffer 9] voor een bedrag van 100 euro en/of
- [slachtoffer 10] voor een bedrag van 80 euro en/of
- [slachtoffer 11] voor een bedrag van 120 euro en/of
- [slachtoffer 12] voor een bedrag van 100 euro en/of
- [slachtoffer 13] voor een bedrag van 100 euro en/of
- [slachtoffer 14] voor een bedrag van 70 euro en/of
- [slachtoffer 15] voor een bedrag van 150 euro en/of
- [slachtoffer 16] voor een bedrag van 80 euro en/of
- [slachtoffer 17] voor een bedrag van 120 euro en/of
- [slachtoffer 18] voor een bedrag van 40 euro en/of
- [slachtoffer 19] voor een bedrag van 120 euro en/of
- [slachtoffer 20] voor een bedrag van 130 euro en/of
- [slachtoffer 21] voor een bedrag van 50 euro en/of
- [slachtoffer 22] voor een bedrag van 35 euro en/of
- [slachtoffer 23] voor een bedrag van 50 euro en/of
- [slachtoffer 24] voor bedrag van 50 euro;
Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 01/156047-16
tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 22 februari 2016 in de gemeente Venlo, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 25] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten 130 euro, hebbende verdachter met dat oogmerk listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
-aangegeven aan die [slachtoffer 25] dat hij zijn, verdachtes, sleutel in zijn woning had laten liggen en/of
-gevraagd aan die [slachtoffer 25] of hij diens telefoon mocht gebruiken en/of
-gevraagd aan die [slachtoffer 25] of die [slachtoffer 25] kon opzoeken hoeveel een taxi zou kosten naar Venray en/of
-gezegd tegen die [slachtoffer 25] dat hij niet de beschikking had over cash geld dan wel via een pinpas en/of
-gezegd tegen die [slachtoffer 25] dat hij, verdachte, een bedrag van 140 euro via internet bankieren zou overmaken naar die [slachtoffer 25] ,
waardoor [slachtoffer 25] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Tengevolge van een kennelijke schrijffout in de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 01/879378-16 staat in regel 11 ‘ [alias 1] ’ vermeld in plaats van ‘ [alias 1] ’ en in regel 12 ‘ [alias 4] ’ in plaats van ‘ [alias 4] ’. De rechtbank herstelt deze schrijffouten en leest het laatste in plaats van het eerste. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Overwegingen ten aanzien van parketnummer 01/879378-16

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de tenlastegelegde oplichting ten aanzien van alle aangevers en alle uitvoeringshandelingen, te weten het gebruik van een valse naam, het vragen om geld voor vervoer en de indruk wekken geld overgemaakt te hebben, wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte concludeert tot algehele vrijspraak van het tenlastegelegde.
Het oordeel van de rechtbank
Uit het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting leidt de rechtbank de navolgende modus operandi af.
Een man spreekt de aangever aan, over het algemeen met de mededeling dat hij zich heeft buitengesloten en dat zijn telefoon leeg is. Aangever staat de man vervolgens toe met zijn telefoon te bellen naar de persoon waar de reservesleutel zou zijn. Die persoon neemt echter de telefoon niet op of kan volgens de man niet komen. De man vraagt vervolgens om geld voor een taxi of het openbaar vervoer om de reservesleutel op te halen. In vrijwel alle gevallen logt de man dan in op zijn bankaccount en lijkt geld over te maken op de bankrekening van aangever, vaak 10 tot 20 euro meer dan hij later ontvangt. De man krijgt contant geld van aangever voor vervoer en gaat weg. Aangever komt er op een later moment achter dat het geld niet is overgemaakt en ontvangt ook anderszins het betaalde bedrag niet terug.

Partiële vrijspraak

Vrijspraak ten aanzien van parketnummer 01/879378-16, het eerste gedachtestreepje
Van de onder het eerste gedachtestreepje tenlastegelegde uitvoeringshandeling –kort gezegd dat in een aantal gevallen een valse naam zou zijn gebruikt- zal de rechtbank verdachte vrijspreken, nu niet is gebleken dat aangevers hierdoor, zo al bewezen, zijn bewogen tot de afgifte van de geldbedragen.
Vrijspraak ten aanzien van parketnummer 01/879378-16, aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 22]
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 22] hebben aangifte gedaan, inhoudende dat zij zouden zijn opgelicht door de mededeling dat geld nodig was voor vervoer, zoals is tenlastegelegd onder het tweede gedachtestreepje. Dat in deze zaken vervolgens de indruk zou zijn gewekt dat er geld is overgemaakt op de bankrekening van aangevers, zoals tenlastegelegd onder het derde gedachtestreepje, volgt niet uit de aangiften en is ook anderszins niet gebleken. Overige mogelijke uitvoeringshandelingen van oplichting die uit de aangiften zijn af te leiden, zijn niet tenlastegelegd.
Naar het oordeel van de rechtbank kan gelet op het voorgaande niet worden bewezen dat verdachte zich met betrekking tot deze aangevers schuldig heeft gemaakt aan oplichting. Hiertoe is namelijk vereist dat verdachte aangevers heeft bewogen tot afgifte van de geldbedragen door gebruikmaking van een of meer van de in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht genoemde oplichtingsmiddelen. Aan die eis wordt niet voldaan, nu er naar het oordeel van de rechtbank in het onderhavige geval geen sprake is van een samenweefsel van verdichtsels of één van de andere genoemde oplichtingsmiddelen. Meer in het bijzonder merkt de rechtbank daarbij op dat voor het aannemen van een samenweefsel van verdichtsels één enkele leugen, zoals in het onderhavige geval aan de orde, onvoldoende is. Verdachte wordt van de oplichting ten aanzien van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 22] vrijgesproken.

Bijzondere bewijsoverweging ten aanzien van parketnummer 01/879378-16

Causaal verband tenlastegelegde uitvoeringshandelingen en afgifte geldbedrag.
De raadsman van verdachte heeft ter onderbouwing van zijn standpunt dat vrijspraak moet volgen aangevoerd dat er geen causaal verband is tussen de tenlastegelegde uitvoeringshandelingen en de vermeende afgifte van geldbedragen. Uit de aangiften volgt dat voor de afgifte van het geld doorslaggevend is geweest de mededeling van de man dat hij zich zou hebben buitengesloten, aldus de raadsman. Deze uitvoeringshandeling is echter niet tenlastegelegd.
De rechtbank overweegt als volgt.
Uit de hiervoor aangenomen modus operandi volgt dat de man in de meeste gevallen aan de aangever vertelt dat hij zich heeft buitengesloten, zoals door de raadsman is aangegeven. De afgifte van geld volgt echter pas nadat de man om geld vraagt voor vervoer en bij aangever de indruk wekt dat hij geld overgemaakt heeft. Anders dan de raadsman heeft gesteld is naar het oordeel van de rechtbank de kern van de oplichting dan ook juist gelegen in die -onder het tweede en derde gedachtestreepje- tenlastegelegde uitvoeringshandelingen. De rechtbank verwerpt het verweer.
Tenlastegelegde uitvoeringshandeling: geldbedrag nodig voor vervoer (tweede gedachtestreepje)
De raadsman heeft voorts betoogd dat vrijspraak moet volgen nu niet uit te sluiten valt dat de ontvangen geldbedragen steeds daadwerkelijk zijn gebruikt om een taxirit te bekostigen. In dat geval zou volgens de raadsman het vragen om geld voor een taxirit en het vervolgens niet terugbetalen te bestempelen zijn als een civielrechtelijke kwestie en niet als oplichting in strafrechtelijke zin.
De rechtbank stelt voorop dat noch uit het dossier noch uit het verhandelde ter terechtzitting van het door de raadsman geschetste scenario is gebleken. Meer in het bijzonder heeft verdachte hier op geen enkel moment over verklaard. Dit terwijl hij in een aantal gevallen wel heeft toegegeven dat hij de man is geweest die geld voor een taxi heeft ontvangen. Het geschetste scenario ligt zonder nadere toelichting, die als gezegd ontbreekt, ook niet voor de hand, omdat in dat geval in beperkte tijd een zeer groot aantal taxiritten met van derden (aangevers) verkregen geldbedragen zou zijn gemaakt. Gelet op het vorenstaande wordt het geschetste scenario door de rechtbank als onaannemelijk van de hand gewezen. Reeds om die reden faalt het verweer.

De bewezenverklaring terzake parketnummer 01/879378-16:

De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
1. op tijdstippen in de periode van 25 december 2015 tot en met 19 maart 2016, te Eindhoven en/of Sint-Oedenrode en/of Helmond en/of Nuenen en/of Stiphout en/of Deurne en/of Sint Anthonis, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon heeft bewogen tot de afgifte van geld, hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die persoon aangesproken en/of meegedeeld dat hij een geldbedrag nodig heeft en/of wil lenen voor een taxirit en/of een rit met het openbaar vervoer en/of vervolgens
- de indruk gewekt via een telefoon en/of computer en/of laptop en/of ipad een geldbedrag te hebben overgemaakt naar het rekeningnummer van die persoon,
waardoor na te noemen personen telkens werden bewogen tot hierna genoemde afgiften, te weten:
- [slachtoffer 1] voor een bedrag van 70 euro, en
- [slachtoffer 3] voor een bedrag van 80 euro en
- [slachtoffer 4] voor een bedrag van 45 euro en
- [slachtoffer 5] voor een bedrag van 100 euro en
- [slachtoffer 6] voor een bedrag van 100 euro en
- [slachtoffer 7] voor een bedrag van 90 euro en
- [slachtoffer 8] voor een bedrag van 80 euro en
- [slachtoffer 9] voor een bedrag van 100 euro en
- [slachtoffer 10] voor een bedrag van 80 euro en
- [slachtoffer 11] voor een bedrag van 120 euro en
- [slachtoffer 12] voor een bedrag van 100 euro en
- [slachtoffer 13] voor een bedrag van 100 euro en
- [slachtoffer 14] voor een bedrag van 70 euro en
- [slachtoffer 15] voor een bedrag van 150 euro en
- [slachtoffer 16] voor een bedrag van 80 euro en
- [slachtoffer 17] voor een bedrag van 120 euro en
- [slachtoffer 18] voor een bedrag van 40 euro en
- [slachtoffer 19] voor een bedrag van 120 euro en
- [slachtoffer 20] voor een bedrag van 120 euro en
- [slachtoffer 21] voor een bedrag van 50 euro en
- [slachtoffer 23] voor een bedrag van 50 euro en
- [slachtoffer 24] voor bedrag van 50 euro;

De bewezenverklaring terzake parketnummer 01/156047-16:

De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
op 22 februari 2016 in de gemeente Venlo, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 25] heeft bewogen tot de afgifte van 130 euro, hebbende verdachte met dat oogmerk listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
-aangegeven aan die [slachtoffer 25] dat hij zijn, verdachtes, sleutel in zijn woning had laten liggen en
-gevraagd aan die [slachtoffer 25] of hij diens telefoon mocht gebruiken en
-gevraagd aan die [slachtoffer 25] of die [slachtoffer 25] kon opzoeken hoeveel een taxi zou kosten naar Venray en
-gezegd tegen die [slachtoffer 25] dat hij niet de beschikking had over cash geld dan wel via een pinpas en
-gezegd tegen die [slachtoffer 25] dat hij, verdachte, een bedrag van 140 euro via internet bankieren zou overmaken naar die [slachtoffer 25] ,
waardoor [slachtoffer 25] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie

Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van de tijd doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis.
Ten aanzien van de vorderingen benadeelde partijen:
Toewijzen inzake
- [slachtoffer 2] een bedrag van 50 euro en
- [slachtoffer 3] een bedrag van 80 euro en
- [slachtoffer 5] een bedrag van 100 euro en
- [slachtoffer 6] een bedrag van 100 euro en
- [slachtoffer 7] voor een bedrag van 90 euro en
- [slachtoffer 8] een bedrag van 80 euro en
- [slachtoffer 9] een bedrag van 100 euro en
- [slachtoffer 10] een bedrag van 80 euro en
- [slachtoffer 11] een bedrag van 120 euro en
- [slachtoffer 13] een bedrag van 100 euro en
- [slachtoffer 14] een bedrag van 70 euro en
- [slachtoffer 15] een bedrag van 150 euro en
- [slachtoffer 16] een bedrag van 80 euro en
- [slachtoffer 17] een bedrag van 120 euro en
- [slachtoffer 18] een bedrag van 40 euro en
- [slachtoffer 19] een bedrag van 120 euro en
- [slachtoffer 20] een bedrag van 120 euro en
- [slachtoffer 21] een bedrag van 50 euro en
- [slachtoffer 22] een bedrag van 35 euro en
- [slachtoffer 24] een bedrag van 50 euro,
- [slachtoffer 25] een bedrag van 130 euro,
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum delict en met daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht.

Toewijzen inzake de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] :

een bedrag van 170 euro, bestaande uit een bedrag van 70 euro materiële schadevergoeding en 100 euro immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum delict en met daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van het meer gevorderde betreffende de immateriële schadevergoeding dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Toewijzen inzake de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] :

een bedrag van 145 euro, bestaande uit een bedrag van 45 euro materiële schadevergoeding en 100 euro immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum delict en met daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht.

Toewijzen inzake de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12] :

een bedrag van 200 euro, bestaande uit een bedrag van 100 euro materiële schadevergoeding en 100 euro immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum delict en met daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van het meer gevorderde betreffende de immateriële schadevergoeding dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Toewijzen inzake de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 23] :

een bedrag van 50 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum delict en met daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht.
De vordering betrekking hebbende op de fiets ten bedrage van 250 euro dient te worden afgewezen nu deze vordering geen betrekking heeft op een feit zoals genoemd in de tenlastelegging van de onderhavige strafzaak en daarnaast ook niet is onderbouwd.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.

Het oordeel van de rechtbank.

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
In een relatief kort tijdsbestek heeft verdachte 23 keer mensen opgelicht en geld afhandig gemaakt door een beroep te doen op hun gevoel voor mededogen met verdachte, op basis van een valse voorstelling van zaken. Door zijn handelen heeft verdachte het vertrouwen dat mensen in elkaar moeten kunnen hebben als zij in geval van nood een beroep op elkaar doen, ernstig geschaad. Daardoor bestaat de reële mogelijkheid dat de personen die door verdachte zijn opgelicht in de toekomst niet meer genegen zullen zijn mensen die daadwerkelijk hun hulp nodig hebben, te helpen.
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte eerder voor soortgelijke feiten werd veroordeeld tot gevangenisstraf. Verdachte is kennelijk nog steeds niet of onvoldoende bereid zijn crimineel gedrag te veranderen.
De rechtbank acht uit een oogpunt van vergelding en ter beveiliging van de maatschappij een vrijheidsbeneming op zijn plaats.
De rechtbank zal een lagere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf nu de rechtbank verdachte van twee oplichtingen vrijspreekt en de op te leggen straf naar het oordeel van de rechtbank in overeenstemming is met de ernst van het bewezenverklaarde.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.

De vordering van de benadeelde partijen:

[slachtoffer 3] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 13] , [slachtoffer 14] , [slachtoffer 15] , [slachtoffer 16] , [slachtoffer 17] , [slachtoffer 18] , [slachtoffer 19] , [slachtoffer 20] , [slachtoffer 21] , [slachtoffer 24] en [slachtoffer 25] :
De rechtbank acht deze vorderingen in hun geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partijen tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag telkens tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan de slachtoffers bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] . De rechtbank acht deze vordering toewijsbaar tot een bedrag van 170 euro, zijnde een bedrag van 70 materiële schadevergoeding en een bedrag van 100 euro immateriële schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der voldoening.

De rechtbank zal de benadeelde partij ten aanzien van de overigens gevorderde immateriële schade niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] . De rechtbank acht deze vordering toewijsbaar tot een bedrag van 145 euro, zijnde een bedrag van 45 euro materiële schadevergoeding en een bedrag van 100 euro immateriële schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der voldoening.

De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12] . De rechtbank acht deze vordering toewijsbaar tot een bedrag van 200 euro, zijnde een bedrag van 100 euro materiële schadevergoeding en een bedrag van 100 euro immateriële schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der voldoening. Voor het overige zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.

De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

Ten aanzien van de vordering benadeelde partij [slachtoffer 23]

De rechtbank acht deze vordering toewijsbaar tot een bedrag van 50 euro, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De rechtbank verklaart de vordering voorzover betrekking hebbende op de fiets ten bedrage van 250 euro niet ontvankelijk nu dit deel van de vordering onvoldoende is onderbouwd en nadere onderbouwing een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan de slachtoffers bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Ten aanzien van de vorderingen benadeelde partij van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 22]
Nu verdachte van deze hem ten laste gelegde feiten zal worden vrijgesproken, dienen deze benadeelde partijen niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
De benadeelde partijen zullen worden verwezen in de kosten door de verdachte in deze strafzaak gemaakt, tot op heden begroot op nihil.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 24c, 27, 36f, 57, 60a, 326.

DE UITSPRAAK

Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. 01/879378-16: oplichting, meermalen gepleegd
T.a.v. 01/156047-16:
oplichting
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf(fen) en/of maatregel(en).
T.a.v. 01/879378-16, 01/156047-16: Gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht
T.a.v. 01/879378-16: Maatregel van schadevergoeding van EUR 170,00 subsidiair 3 dagen hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] van een bedrag van EUR 170 ,=(zegge: eenhonderdzeventig euro), bij gebreke van betaling en verhaal tevervangen door 3 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een bedrag van EUR100,= immateriële schadevergoeding en materiële schadevergoeding EUR 70,= .

De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] , tot een bedrag van EUR 170,= (zegge: eenhonderdzeventig euro), te weten EUR 100,= immateriële schadevergoeding en materiële schadevergoeding EUR 70,= .
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 80,00 subsidiair 1 dag hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] van een bedrag van EUR 80,=(zegge: tachtig euro), terzake materiële schadevergoeding, bij gebreke vanbetaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. De toepassing van dezevervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.

Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] , van een bedrag van EUR 80,= (zegge: tachtig euro), terzake materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 145,00 subsidiair 2 dagen hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4] van een bedrag van EUR 145,= (zegge:eenhonderdvijfenveertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangendoor 2 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een bedrag van EUR 100,=immateriële schadevergoeding en materiële schadevergoeding EUR 45,= .

De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] , van een bedrag van EUR 145,= (zegge: eenhonderdvijfenveertig euro), te weten EUR 100,- immateriële schadevergoeding en materiële schadevergoeding EUR 45,= .
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 100,00 subsidiair 2 dagen hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 5] van een bedrag van EUR 100,=(zegge: eenhonderd euro) terzake materiële schadevergoeding, bij gebreke vanbetaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemdebetalingsverplichting niet op.

Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] , van een bedrag van EUR 100,= (zegge: eenhonderd euro), terzake materiële schadevergoeding. Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 90,00 subsidiair 1 dag hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 7] van een bedrag van EUR 90,= (zegge: negentig euro), terzake materiële schadevergoeding, bij gebreke van betaling enverhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.

De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 7] , van een bedrag van EUR 90,= (zegge: negentig euro), terzake materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 200,00 subsidiair 4 dagen hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 12] van een bedrag van EUR 200,= (zegge: tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een bedrag van EUR 100,= immateriëleschadevergoeding en materiële schadevergoeding EUR 100,= .

De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 12] ,
van een bedrag van EUR 200,= (zegge: tweehonderd euro), te weten EUR 100,= immateriële schadevergoeding en materiële schadevergoeding EUR 100,= .
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, Maatregel van schadevergoeding van EUR 70,00 subsidiair 1 dag hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 14] van een bedrag van EUR 70,= (zegge:zeventig euro), terzake materiële schadevergoeding, bij gebreke van betaling enverhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.

De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 14] , van een bedrag van EUR 70,= (zegge: zeventig euro), terzake materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 150,00 subsidiair 3 dagen hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 15] van een bedrag van EUR 150,= (zegge:eenhonderdvijftig euro), terzake materiële schadevergoeding, bij gebreke vanbetaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis.De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemdebetalingsverplichting niet op.

Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 15] , van een bedrag van EUR 150,= (zegge: eenhonderdvijftig euro), terzake materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 120,00 subsidiair 2 dagen hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 17] van een bedrag van EUR 120,= (zegge:eenhonderdtwintig euro), terzake materiële schadevergoeding, bij gebreke vanbetaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemdebetalingsverplichting niet op.

Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 17] , van een bedrag van EUR 120,= (zegge: eenhonderdtwintig euro), terzake materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 40,00

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 18] van een bedrag van EUR 40,=(zegge: veertig euro), terzake materiële schadevergoeding, te vermeerderen metde wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehelevoldoening.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 18] , van een bedrag van EUR 40,= (zegge: veertig euro), terzake materiële schadevergoeding. Dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 120,00 subsidiair 2 dagen hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 19] van een bedrag van EUR 120,=(zegge: eenhonderdentwintig euro), terzake materiële schadevergoeding, bijgebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemdebetalingsverplichting niet op.

Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 19] , van een bedrag van EUR 120,= (zegge: eenhonderdtwintig euro), terzake materiële schadevergoeding. Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 120,00 subsidiair 2 dagen hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 20] van een bedrag van EUR 120,= (zegge:eenhonderdtwintig euro), terzake materiële schadevergoeding, bij gebreke vanbetaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemdebetalingsverplichting niet op.

Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 20] , van een bedrag van EUR 120,= (zegge: eenhonderdtwintig euro), terzake materiële schadevergoeding. Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 50,00 subsidiair 1 dag hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 23] van een bedrag van EUR 50,= (zegge: vijftigeuro), terzake materiële schadevergoeding, bij gebreke van betaling en verhaalte vervangen door 1 dag hechtenis.De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemdebetalingsverplichting niet op.

Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 23] , van een bedrag van EUR 50,= (zegge vijftig ), terzake materiële schadevergoeding. Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Maatregel van schadevergoeding van EUR 50,00 subsidiair 1 dag hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 24] van een bedrag van EUR 50,=(zegge: vijftig euro), terzake materiële schadevergoeding, bij gebreke vanbetaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemdebetalingsverplichting niet op.

Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 24] , van een bedrag van EUR 50,= (zegge: vijftig euro), terzake materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Ten aanzien van de vorderingen benadeelde partij van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 22] :
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 22] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten van de verdachte, tot op heden begroot op nihil.
Terzake 01/156047-16:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 130,00 subsidiair 2 dagen hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat tenbehoeve van het slachtoffer [slachtoffer 25] van een bedrag van EUR130,= (zegge: eenhonderddertig euro), terzake materiële schadevergoeding. bijgebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis.De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemdebetalingsverplichting niet op.

Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij :
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 25] , van een bedrag van EUR 130,= (zegge: eenhonderddertig euro), terzake materiële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door:
Mr. E.M.J. Raeijmaekers, voorzitter,
mr. C.A. Mandemakers en mr. J.J. Janssen, leden,
in tegenwoordigheid van Y.A.M. van Erp, griffier,
en is uitgesproken op 28 september 2016.