ECLI:NL:RBOBR:2016:172
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor mensenhandel met Roemeense slachtoffers
Op 19 januari 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel. De verdachte is veroordeeld voor het in vereniging plegen van mensenhandel met betrekking tot twee Roemeense slachtoffers. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 9 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis. De zaak kwam aan het licht na een onderzoek dat begon met dagvaardingen op 20 november 2013. De verdachte had de slachtoffers onder valse voorwendselen naar Nederland gehaald, waarbij hen werd verteld dat ze in de horeca of als danseres zouden gaan werken. In werkelijkheid werden ze gedwongen tot prostitutie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met medeverdachten de slachtoffers had geworven, vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en andere bewijsmiddelen in overweging genomen en kwam tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn rol in het geheel, wat leidde tot een lichtere straf dan door de officier van justitie was geëist.