In deze zaak heeft eiser, die zich presenteert als erfgenaam en executeur-testamentair van een overleden persoon, beroep ingesteld tegen een besluit van het dagelijks bestuur van het Waterschap Aa en Maas. Dit besluit betreft de verlening van een watervergunning voor hydrologische maatregelen in natuurgebied Groot Goor te Helmond. Eiser heeft echter geen verklaring van erfrecht overgelegd, noch aangetoond dat hij gemachtigd is om namens de vermeende erfgenamen op te treden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het enkele feit dat eiser de waterschapslasten betaalt en zijn adres bij het waterschap bekend is, onvoldoende is om hem als belanghebbende aan te merken. Tijdens de zitting heeft de rechtbank eiser verzocht om een verklaring van erfrecht te overleggen, maar deze is niet verstrekt. De rechtbank heeft daarom het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet kan worden vastgesteld wie de erfgenamen zijn en of eiser bevoegd is om namens hen op te treden. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, aangezien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Eiser kan binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.