ECLI:NL:RBOBR:2015:866

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
17 februari 2015
Publicatiedatum
18 februari 2015
Zaaknummer
C/01/287620 / KG ZA 14-794
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over de beoordeling van CV's in een aanbestedingsprocedure door de gemeente Eindhoven

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 17 februari 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen BMC Groep B.V. en de gemeente Eindhoven. De kern van het geschil betreft de vraag of de gemeente terecht het CV van een door BMC voorgestelde vakspecialist niet inhoudelijk heeft beoordeeld tijdens een Europese aanbestedingsprocedure voor de inhuur van vakspecialisten in het sociaal-maatschappelijk domein. BMC had een inschrijving ingediend, maar de gemeente oordeelde dat het CV niet voldeed aan de eisen van senioriteit, omdat het aantal jaren werkervaring niet voldeed aan de vereiste van minimaal vijf jaar. BMC stelde dat de gemeente de volledige inhoud van het CV had moeten meenemen in de beoordeling, inclusief de informatie die onder het kopje 'Toelichting' was opgenomen. De gemeente daarentegen stelde dat de inschrijving niet controleerbaar was en dat de relevante werkervaring uitsluitend onder het gedeelte 'Werkervaring (Werkgevers/Opdrachten)' had moeten worden vermeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente terecht had geoordeeld dat het CV niet voldeed aan de eisen en dat de inschrijving van BMC niet inhoudelijk kon worden beoordeeld. De vorderingen van BMC werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Handelsrecht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/287620 / KG ZA 14-794
Vonnis in kort geding van 17 februari 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BMC GROEP B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
eiseres,
advocaat mr. C. Visser te Rotterdam
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE EINDHOVEN,
zetelend te Eindhoven,
gedaagde,
advocaat mr. J.H.J. Bax te Nijmegen.
Partijen zullen hierna BMC en de gemeente genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 december 2014
  • de brief van 16 januari 2015 van de zijde van BMC met 12 producties
  • de akte wijziging eis van 28 januari 2015
  • de tweede akte wijziging eis van 28 januari 2015
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van BMC
  • de pleitnota van de gemeente.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De gemeente voert een Europese aanbestedingsprocedure voor de inhuur van vakspecialisten voor het sociaal-maatschappelijk domein. De gemeente wenst met vijf inschrijvers die de ‘Economisch Meest Voordelige Inschrijving (hierna: EMVI)’ hebben ingediend een raamovereenkomst te sluiten.
2.2.
In het kader van de aanbestedingsprocedure heeft de gemeente een ‘Offerteaanvraag’ opgesteld. De Offerteaanvraag bevat informatie voor de inschrijvende partijen zoals (onder meer) een omschrijving van de opdracht, een beschrijving van de te volgen procedure, en een uiteenzetting van het programma van eisen en wensen.
Bij de Offerteaanvraag horen tevens appendices en bijlagen.
2.3.
In de Offerteaanvraag zijn – voor zover van belang – de volgende bepalingen opgenomen:
‘(…)
4 Programma van eisen
(…)
Eis 3 Opleiding en senioriteit
Inschrijver levert voorbeeld-CV’s van Vakspecialisten aan waarover inschrijver kan beschikken en die ‘matchen’ met de functienamen zoals in Appendix 2 omschreven.
Een ‘match’ blijkt uit elementen als opleidingsniveau en senioriteitsklasse.
Per functienaam wordt één voorbeeld-CV gevraagd, zie hiervoor Appendix II.
(…)
Voldoet een CV niet aan de gestelde eisen van opleiding en senioriteit dan zal deze CV verder niet worden beoordeeld.
Het junior-, medior en seniorniveau wordt als volgt onderscheiden:
Junior:
(…)
Medior:
(…)
Senior:
Een senior medewerker heeft meer dan 5 jaar relevante werkervaring in de functie en bezit het basisprofiel van een medior medewerker. De senior beschikt daarenboven over gerijpte professionele kennis van alle aspecten van een breed werkterrein ofwel zeer specialistische kennis (als autoriteit op het vakgebied). De senior is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van een opdracht en is, als zodanig, doorgaans tevens het aanspreekpunt voor de opdrachtgever. (…)
Aan de inschrijvers wordt gevraagd om iedere CV zodanig te beschrijven dat de senioriteit van de betreffende persoon goed te controleren valt. Het is dus noodzakelijk, dat op het gevraagde niveau wordt aangeboden bijvoorbeeld geen medior aanbieden op junior niveau.
De beoordeling van opleiding en senioriteit werkt als een knock-out criterium: een CV voldoet wel of niet.
(…)

5.Programma van wensen (bij gunningscriterium EMVI)

5.1
Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI)
De opdracht wordt gegund op basis van het (gunning)criterium ‘Economisch meest Voordelige Inschrijving’ (EMVI). (…)
(…)
De subgunningscriteria (de wensen) en de per sub(gunnings)criterium maximum aantal te behalen score, zijn samenvat in onderstaande tabel.
Omschrijving
GW omschrijving subgunningscriteria (wensen) Maximaal
aantal punten
GW1 Kwaliteit Functieprofiel 50
GW2 Opleiding junioren 10
GW3 Social Return 10
GW4 Prijs 30
TOTAAL AANTAL PUNTEN 100
(…)
5.2
GW1 subgunningscriterium Kwaliteitsniveau Functieprofiel
Zoals onder Eis 3 (paragraaf 4.1) verwoord blijkt een ‘match’ uit elementen als opleidingsniveau en senioriteitsklasse.
(…)
Als gunningscriterium wordt de werkervaring beoordeeld aan de hand van in de aangeleverde CV te vermelden) werkervaring van de Vakspecialist. (…)
Overzicht uit te vragen functieprofielen
Functie Niveau Senioriteit
1 Medewerker Programmering, Ontwikkeling & Kwaliteit HBO/WO Medior
2 Specialist Inkomen HBO Senior
3 Specialist Participatie HBO Senior
4 Specialist Voorzieningen HBO Medior
5 Beleidsontwikkelaar/adviseur HBO/WO Medior
6 Personeelsadviseur HBO Senior
(…)
5.2.1.
Beoordeling subgunningscriterium kwaliteit GW1
De toe te leveren voorbeeld-CV’s worden voorts inhoudelijk beoordeeld op onderstaande subgunningscriteria:
1. Opleiding max. 2 punten
(…)
2. Werkervaring diversiteit van opdrachten max. 5 punten
(…)
3. Ervaring bij een Gemeente max. 3 punten
(…)
(…)
5.6.
Beoordeling
Offertes die voldoen aan de vormvoorschriften, uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en het programma van eisen, zoals in deze Offerteaanvraag vermeld, worden vervolgens beoordeeld op het gunningscriterium EMVI bestaande uit de subgunningscriteria, de kwalitatieve criteria (de CV’s) en prijs.
(…)’
2.4.
In Appendix II bij de Offerteaanvraag zijn de functieprofielen beschreven voor de verschillende functies waarvoor de inschrijvers ‘vakspecialisten’ moesten aanleveren. De zes functies zijn: Medewerker Programmering, Ontwikkeling & Kwaliteit, Specialist Inkomen, Specialist Participatie, Specialist Voorzieningen, Beleidsontwikkelaar/adviseur en Personeelsadviseur.
Op het eerste blad van Appendix II staan onder ‘Toelichting’ de volgende opmerkingen:
  • Aan de hand van de functiebeschrijvingen wordt gevraagd een representatieve CV aan te leveren;
  • Senioriteit is de gevraagde senioriteit van het functieprofiel waar het CV aan dient te voldoen.
2.5.
Als bijlage D bij de Offerteaanvraag is gevoegd het (zogenaamd) Model CV. De inschrijvende partijen moesten bij de inschrijving per functieprofiel één voorbeeld CV (overeenkomstig het Model CV) inleveren.
In de toelichting op het Model CV (bijlage D) staat – voor zover van belang – het volgende:

D MODEL CV
Toelichting model CV
(…)
Werk- en denkniveau
(…)
Werkervaring (Werkgevers/Opdrachten)
Bij werkervaring wordt voor bepaalde functies ook gevraagd naar de bevoegdheden en verantwoordelijkheden behorende bij de functie. Indien u naar uw inschatting meer blokken nodig heeft dan kunt u deze kopiëren. Max 2 A4.
Toelichting
Indien periodes niet aansluiten en/of zich hiaten voordoen, dan dient u dat onder deze rubriek toe te lichten. Indien kandidaat voor één of meerdere gemeenten werkzaam is geweest, dan dient u het aantal medewerkers (werkzaam bij betreffende gemeente) te benoemen.
Vakkennis en ervaring binnen het Sociaal Maatschappelijk Domein
(…)’.
2.6.
De gemeente heeft in drie nota’s van inlichtingen de vragen van inschrijvers beantwoord. In de eerste en tweede nota zijn de volgende vragen en antwoorden van belang:
53.
vraag: Model CV, werkervaring. U heeft het over Max 2A4. Is dat het maximum voor het gehele CV van de kandidaat of alleen van het deel van het CV dat gaat over de werkervaring?
antwoord: Is voor het gehele CV.
54.
vraag: Toelichting in appendix: aan de hand van de functiebeschrijvingen wordt gevraagd een representatieve CV aan te leveren;
Invulbijlage D is een vast format om de cv’s aan te leveren.
Zijn wij gebonden aan invulbijlage D of mogen wij zelf een representatief cv aanleveren in eigen format met uiteraard alle elementen daarin die u uitvraagt een voorzien van ondertekeningskader en handtekening?
antwoord: Nee, wij willen dat Invulbijlage D als vast format gebruikt wordt.
In de derde nota van inlichtingen zijn de volgende vragen en antwoorden van belang:
7.
Vraag(n.a.v. vraag 53 in Nota van Inlichtingen 1/2): Hier geeft u aan dat de CV’s totaal niet meer dan 2 A4 mogen zijn. Uw eigen format is standaard al 3 A4 en behoorlijk ‘uitgebreid’ waardoor het blok ‘opleiding’ en ‘ondertekening’ al 1 A4 bestrijken. Bovendien geeft u in uw eigen format bij ‘toelichting’ aan dat de beschrijving van de
werkervaringmaximaal 2 A4 mag zijn, betekent dit dat we slechts 1 A4 overhouden voor het omschrijven van de werkervaring. Dat is erg weinig, zeker gezien het voorgeschreven format. Wij stellen voor dat het CV een maximale omvang van 3 A4 mag hebben of dat wij het strakke format los mogen laten.
Antwoord: Werk- en denkniveau 1 A4, Werkervaring 2A4 en toelichting 1A4
8.
Vraag(n.a.v. vraag 53 in Nota van Inlichtingen 1/2): In deze vraag wordt het aantal A4 voor de CV’s beperkt tot 2 A4, dit in tegenstelling tot het geen in voorschrijft in het Model CV van 24 september 2014 waarin u schrijft dat alleen de werkervaring maximaal 2 A4 mag zijn. Kunt u bevestigen dat alleen de werkervaring maximaal 2 A4 mag zijn?
Antwoord: Werk- en denkniveau 1 A4, Werkervaring 2A4 en toelichting 1A4.
2.7.
BMC heeft in het kader van de aanbestedingsprocedure tijdig een inschrijving ingediend. Als onderdeel van haar inschrijving heeft zij voor de functie Specialist Inkomen het Model CV van de heer[naam](hierna: [naam]) overgelegd.
2.8.
Op bladzijde 2 en 3 van het CV heeft BMC onder het kopje ‘Werkervaring (Werkgevers/Opdrachten)’ de – haars inziens – relevante werkervaring van [naam] in zeven blokken ingevuld. Uit de blokken valt op te maken dat [naam] de volgende werkervaring heeft:
In de periode vanaf februari 2014 klantmanager inkomen bij de Sociale Dienstverlening;
In de periode van juli 2013 tot februari 2014 allround klantmanager in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
In de periode van juni 2010 tot augustus 2010 allround klantmanager/coach bij de gemeente Amersfoort;
In de periode van februari 2009 tot september 2009 klantmanager/toetser bij de gemeente Sittard-Geleen;
In de periode van mei 2006 tot januari 2007 allround klantmanager bij de gemeente Renkum;
In de periode van april 2004 tot juli 2004 klantmanager inkomen WWB en IOAW bij de gemeente Utrecht;
In de periode van juli 2003 tot oktober 2003 klantmanager inkomen bij de gemeente Zaanstad.
Op bladzijde 2 van het CV staan 4 van de 7 blokken, op bladzijde 3 van het CV staan de andere 3 blokken. Op deze bladzijde 3 (A4 formaat) van het CV heeft BMC een deel blanco gelaten.
2.9.
Verder in het CV heeft BMC onder het kopje ‘Toelichting’ – voor zover van belang – het volgende geschreven:
‘Bovenstaande werkervaring betreft slechts een deel van de werkervaring. Vanaf 1990 is de heer [naam] onafgebroken werkzaam geweest op het specialisme inkomen. In totaal bij 23 gemeenten en organisaties. Met name als klantmanager, projectmedewerker, toezichthouder, handhaver, toetser, onderzoeker en coach.
(…)
Sinds 2001 is hij verbonden aan BMC. Daarvoor heeft hij ruim 11 jaar gewerkt als allround consulent werk en inkomen voor een gemeente. (…)’.
2.10.
Bij brief van 17 november 2014 informeert de gemeente BMC dat zij niet één van de vijf Economisch Meest Voordelige Inschrijvingen heeft gedaan en dat zij derhalve niet voor gunning in aanmerking komt.
In de scoretabel in de brief van de gemeente staan de scores die BMC behaald heeft in de vier categorieën GW1 (kwaliteit functieprofiel), GW2 (opleiding junioren), GW3 (social return) en GW4 (prijs). In de toelichting heeft de gemeente aangegeven dat het profiel Specialist Inkomen HBO Senior (van de heer [naam]) niet is meegenomen bij de beoordeling omdat dit profiel niet voldeed aan de gevraagde senioriteit.
2.11.
Bij brief van 21 november 2014 heeft BMC tegen de beslissing van de gemeente (in haar brief van 17 november 2014) twee bezwaren ingediend.
2.12.
Naar aanleiding van één van deze twee bezwaren heeft de gemeente bij brief van 25 november 2014 een ‘herzien voorlopig gunningsbesluit’ genomen waarbij – opnieuw – is aangegeven dat BMC niet voor gunning in aanmerking komt.
In het herzien voorlopig gunningsbesluit gaat de gemeente dieper in op de reden waarom het CV van [naam] niet inhoudelijk is beoordeeld. De gemeente stelt (onder meer) dat het totaal aan opgegeven jaren werkervaring op pagina 2 en 3 (van het CV) niet voldoet aan de gestelde eis van minimaal 5 jaar en dat het totaal aan opgegeven werkervaring (op pagina 2 en 3) uit komt op een senioriteit als medior. De gemeente vervolgt dat beoordeling van opleiding en senioriteit een knock-out criterium is, zodat dit CV niet inhoudelijk is beoordeeld.
2.13.
Bij brief van 28 november 2014 maakt BMC (opnieuw) bezwaar tegen het herzien voorlopig gunningsbesluit van de gemeente.
2.14.
Bij brief van 9 december 2014 reageert de gemeente op de brief van BMC van 28 november 2014. De gemeente wijst de bezwaren van BMC van de hand en blijft bij haar gunningsbeslissing.

3.Het geschil

3.1.
BMC vordert na herhaalde wijziging van eis samengevat -:
Primair: de gemeente te gebieden één van de vijf raamovereenkomsten te gunnen aan BMC, indien en voor zover de Gemeente de opdrachten voortvloeiend uit de Europese aanbestedingsprocedure voor “inhuur vakspecialisten sociaal-maatschappelijk domein” nog steeds wenst te gunnen;
Subsidiair: de gemeente te gebieden over te gaan tot herbeoordeling van de inschrijving van BMC, met inachtneming van het oordeel van de voorzieningenrechter dat het Model CV voldoet aan de senioriteitseis;
Meer subsidiair: de gemeente te gebieden over te gaan tot herbeoordeling van de inschrijving van BMC, waarbij de gemeente in haar herbeoordeling de controle op het voldoen aan de senioriteitseis uitvoert aan de hand van de informatie die in het gehele Model CV is opgenomen en daarbij geen nadere invulling geeft aan de ‘controleerbaarheid’ van de senioriteit;
Meest subsidiair: de gemeente te gebieden BMC in de gelegenheid te stellen het Model CV alsnog op de volgens het oordeel van de voorzieningenrechter door de gemeente beoogde wijze in te vullen, waarna de gemeente met inachtneming van dit herstel tot een herbeoordeling van de inschrijving van BMC over gaat;
Uiterst subsidiair: een andere in goede justitie redelijke maatregel te treffen die recht doet aan de belangen van BMC;
Dit alles op straffe van de in de dagvaarding genoemde dwangsom en met veroordeling van de gemeente in de kosten en in de nakosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
BMC heeft hiertoe – zakelijk weergegeven – het volgende gesteld.
Bij de toets of aan de senioriteitseis was voldaan had de gemeente de volledige CV moeten betrekken. Uit de aanbestedingsstukken heeft BMC af mogen leiden dat de vraag of voldaan was aan de eis van senioriteit zou worden beoordeeld aan de hand van de inhoud van het hele CV, en niet alleen aan de hand van het onderdeel ‘Werkervaring (werkgevers/opdrachten)’. Omdat in de aanbestedingsstukken niet is bepaald dat de relevante werkervaring uitsluitend in de blokken ‘Werkervaring (werkgevers/opdrachten)’ mocht worden opgenomen, mochten de inschrijvers ervan uit gaan dat de informatie over werkervaring (ook) elders in het CV mocht worden opgenomen, zoals in de ‘Toelichting’, hetgeen BMC heeft gedaan.
De keuze van BMC om een groot aantal jaren werkervaring van [naam] op te nemen in het gedeelte onder ‘Toelichting’ was ook noodzakelijk vanwege de beperkte ruimte in het Model-Cv in het gedeelte ‘Werkervaring (werkgevers/opdrachten) waardoor BMC in dat gedeelte niet al die functies van [naam] kon opnemen om aan het minimaal aantal van 5 jaren ervaring te komen. De aanbestedingsstukken gaven geen enkele aanleiding om eraan te twijfelen dat de werkervaring ook in het gedeelte onder ‘Toelichting’ mocht worden vermeld.
De gemeente heeft ten onrechte geoordeeld dat, ook indien de informatie onder ‘Toelichting’ zou worden meegenomen in de beoordeling van de werkervaring van [naam], zij nog niet aan het vereiste van minimaal vijf jaar werkervaring zou komen omdat de door BMC geleverde informatie te algemeen en daardoor oncontroleerbaar was.
Voor zover al zou worden aangenomen dat de inschrijving van BMC gebreken bevat, lenen zich deze voor herstel en moet de gemeente BMC de gelegenheid bieden deze fouten te herstellen. De gemeente is verplicht deze gelegenheid te bieden omdat de gebreken in de risicosfeer van de gemeente liggen.
Voor wat betreft het gebrek met betrekking tot de plaats in het Model CV waar de relevante werkervaring is opgegeven stelt BMC dat er in het Model CV te weinig ruimte beschikbaar was voor de opgave van de werkervaring terwijl uit de aanbestedingsstukken niet duidelijk werd dat de werkervaring niet onder ‘Toelichting’ mocht worden opgenomen.
Voor wat betreft het gebrek met betrekking tot de controleerbaarheid van de werkervaring van een senior stelt BMC dat voor zover de gemeente de verstrekte informatie over de werkervaring van [naam] te algemeen vindt, zij eenvoudig aanvullende informatie kan verstrekken zonder dat de inschrijving inhoudelijk gewijzigd wordt.
Ook hier stelt BMC dat er sprake is van een verplichting aan de zijde van de gemeente omdat uit de aanbestedingsstukken onvoldoende concreet blijkt welke informatie de gemeente wenste om de senioriteit te controleren.
3.3.
De gemeente voert verweer en stelt – zakelijk weergegeven – het volgende. In de aanbestedingsdocumenten is op ondubbelzinnige en uitdrukkelijke wijze beschreven welke informatie in welke delen van het CV moet worden opgenomen. De gemeente verwijst hierbij naar (onder meer) de eerste bladzijde van bijlage D bij de offerte (Toelichting Model CV) en naar de derde nota van inlichtingen waarin volgens de gemeente duidelijk is opgegeven hoeveel A4-ruimte de inschrijver mag gebruiken voor het opgeven van de werkervaring.
Uit de informatie onder ‘Werkervaring’ bleek niet dat [naam] voldeed aan het vereiste van minimaal 5 jaar werkervaring en door de wijze waarop BMC de werkervaring van [naam] heeft opgenomen in het gedeelte onder ‘Toelichting’, met een algemene mededeling, was haar inschrijving onvoldoende controleerbaar. De gemeente heeft het CV dan ook niet inhoudelijk beoordeeld. Bovendien stelt de gemeente dat, zelfs al zou worden aangenomen dat in het gedeelte onder ‘Toelichting’ aanvullende informatie zou mogen worden vermeld, dan nog steeds niet uit het CV van [naam] zou blijken dat hij over de vereiste minimaal 5 jaar werkervaring beschikt.
Dat BMC te weinig ruimte had om de relevante jaren werkervaring van [naam] weer te geven dient voor haar risico te komen omdat zij van de beschikbare twee A4 slechts anderhalve A4 heeft gebruikt.
Volgens de gemeente is er geen sprake van een voor herstel vatbaar gebrek en kan BMC niet nu nog stellen dat het CV te weinig ruimte bood om de relevante werkervaring te vermelden. BMC had daarover voor de inschrijving vragen kunnen stellen en heeft dit niet gedaan zodat zij haar rechten verwerkt heeft.

4.De beoordeling

4.1.
In deze aanbestedingsprocedure staat de vraag centraal of de gemeente terecht het door BMC ingezonden CV van [naam] niet inhoudelijk heeft beoordeeld waardoor BMC bij de beoordeling van de inschrijvingen punten heeft misgelopen en niet in aanmerking is gekomen voor gunning van één van de vijf raamovereenkomsten.
4.2.
In de Offerteaanvraag (onder Eis 3, Opleiding en senioriteit) is bepaald dat CV’s die niet aan de gestelde eisen van opleiding en senioriteit voldoen niet verder worden beoordeeld. Met inachtneming van die bepaling is het door BMC ingediende CV van [naam] niet inhoudelijk beoordeeld omdat het CV op het punt van ‘werkervaring’ volgens de gemeente niet voldeed aan de vereiste senioriteit.
4.3.
Niet ter discussie staat dat in het CV van [naam] onder ‘Werkervaring (Werkgevers/Opdrachten)’ minder dan 5 jaren werkervaring is opgenomen terwijl de Offerteaanvraag voorschrijft dat een senior medewerker minimaal 5 jaar relevante werkervaring moet hebben. Dit betekent dat, voor zover moet worden geoordeeld dat alleen in het gedeelte onder ‘Werkervaring (Werkgevers/Opdrachten)’ de (voor de beoordeling van de senioriteit) relevante werkervaring van de medewerker mag worden genoemd, op basis van de gegevens in dat gedeelte van het CV niet is voldaan aan de eis van senioriteit hetgeen voor de gemeente aanleiding was het CV van [naam] niet inhoudelijk te beoordelen.
4.4.
Of, zo als BMC stelt, de gemeente, naast de onder ‘Werkervaring (Werkgevers/Opdrachten) opgegeven functies, ook de informatie over de werkervaring van [naam] in het gedeelte onder ‘Toelichting’ mee in aanmerking had moeten nemen, vergt een uitleg van de aanbestedingsstukken. Volgens BMC volgt uit de Offerteaanvraag niet dat het niet geoorloofd was aanvullende relevante werkervaring op te nemen onder de Toelichting, terwijl de gemeente stelt dat uit de Offerteaanvraag volgt dat dit niet de bedoeling was.
Partijen verschillen derhalve van mening over de vraag hoe de tekst in de Offerteaanvraag en meer in het bijzonder de tekst met het kopje ‘Toelichting model CV’ in Bijlage D van de Offerteaanvraag (het Model CV) uitgelegd dient te worden. Bij deze uitleg is van belang dat de aanbestedingsstukken eenzijdig door de aanbestedende dienst worden opgesteld en jegens alle inschrijvers op in beginsel uniforme wijze dienen te worden toegepast. Doorslaggevend is daarom de in de stukken tot uitdrukking gebrachte bedoeling van de aanbestedende dienst die moet worden afgeleid uit de in dit stuk gebezigde bewoordingen, uit te leggen naar objectieve maatstaven en in het licht van de gehele inhoud van de aanbestedingsstukken en een eventueel daarop gegeven toelichting. Ten aanzien van het punt waarop de uitleg van de Offerteaanvraag omstreden is, wordt aan de hand van deze maatstaf als volgt overwogen.
4.5.
Uit de ‘Toelichting model CV’ in bijlage D van de Offerteaanvraag blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende duidelijk dat de (relevante) werkervaring van de door de inschrijvers aangeboden medewerkers onder het daarvoor bedoelde gedeelte ‘Werkervaring (Werkgevers/Opdrachten)’ diende te worden opgenomen, terwijl het gedeelte ‘Toelichting’ in het CV bedoeld was om nader toe te lichten waarom periodes waarin de medewerker heeft gewerkt niet op elkaar aansluiten. Uit bijlage D kan niet worden opgemaakt dat het toegestaan was onder ‘Toelichting’ relevante werkervaring op te nemen die niet onder ‘Werkervaring’ kon worden opgenomen. Niet valt in te zien op basis waarvan BMC ervan uit is gegaan dat dit wel was toegestaan. De tekst is voldoende helder en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Dat de andere inschrijvers alle relevante werkervaring in de door hen ingeleverde CV’s kennelijk wel onder het gedeelte ‘Werkervaring (Werkgevers/Opdrachten)’ hebben opgenomen en dat ook BMC het in het CV van de andere door haar voorgestelde medewerkers kennelijk op deze wijze heeft gedaan, bevestigen dit.
Voorts is van belang dat de gemeente naar aanleiding van door andere inschrijvers gestelde vragen hieromtrent duidelijk heeft aangegeven hoeveel ruimte aan het vermelden van de werkervaring mocht worden besteed (zie antwoord op vraag 8, derde nota van inlichtingen). Ook hieruit valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter op te maken dat er slechts beperkte ruimte was voor het opnemen in het CV van de verschillende relevante gegevens en dat het de bedoeling was deze gegevens op de daarvoor door de gemeente bepaalde plek op te nemen.
Dit leidt tot de conclusie dat de gemeente voor het beoordelen van de senioriteit terecht slechts de werkervaring in aanmerking heeft genomen voor zover die is opgenomen in het gedeelte ‘Werkervaring (Werkgevers/Opdrachten)’.
4.6.
Overigens, ook indien geoordeeld zou worden dat de gemeente de door BMC aangeleverde informatie onder ‘Toelichting’ in de beoordeling van de senioriteit van [naam] had moeten betrekken, had dit BMC niets opgeleverd. De gemeente stelt in dat verband terecht, en de voorzieningenrechter volgt de gemeente in haar stelling, dat de door BMC onder ‘Toelichting’ geschreven tekst te algemeen is om daaruit de voor het bepalen van de senioriteit relevante werkervaring op te maken. Daarbij komt dat BMC in de tekst onder ‘Toelichting’ niet is in gegaan op de vraag waarom de periodes waarin [naam] heeft gewerkt niet op elkaar aansluiten, terwijl de gemeente in bijlage D van de Offerteaanvraag nu juist expliciet heeft gevraagd dit soort informatie in het gedeelte onder ‘Toelichting’ op te nemen. Doordat BMC het CV op deze wijze heeft ingevuld is de senioriteit van [naam] onvoldoende controleerbaar gebleven.
4.7.
BMC heeft nog aangevoerd dat indien geoordeeld wordt dat de relevante werkervaring uitsluitend in de blokken ‘Werkervaring (Werkgevers/Opdrachten)’ had moeten worden omschreven en niet tevens in de ‘Toelichting’, zij in het Model CV van [naam] een fout heeft gemaakt die voor eenvoudig herstel vatbaar is en dat zij daartoe door de gemeente in de gelegenheid dient te worden gesteld.
Ook in deze stelling volgt de voorzieningenrechter BMC niet.
Uitgangspunt is dat een aanbestedende dienst bij de beoordeling van inschrijvingen moet uitgaan van de inschrijvingen zoals deze bij het sluiten van de inschrijvingstermijn zijn ontvangen. De beginselen van gelijke behandeling en transparantie verzetten zich in beginsel tegen de mogelijkheid dat een inschrijver zijn inschrijving nadien nog wijzigt of aanvult. Volgens vaste rechtspraak kan daar slechts in uitzonderlijke gevallen een uitzondering op worden gemaakt indien een inschrijving klaarblijkelijk een eenvoudige precisering behoeft of om kennelijke materiële fouten recht te zetten, mits de wijziging/aanvulling er niet toe leidt dat in werkelijkheid een nieuwe inschrijving wordt voorgesteld (HvJEU 29 maart 2012, zaaknummer C-599/10/SAG).
In het onderhavige geschil is van een dergelijk geval geen sprake. Indien BMC zou worden toegelaten haar inschrijving te corrigeren door het aanvullen van de door haar opgegeven werkervaring van [naam] in het ingediende CV zou dit betekenen dat zij een essentieel deel van haar inschrijving (het CV) aanvult terwijl zo juist is geconstateerd dat het CV compleet en op de in de Offerteaanvraag voorgeschreven wijze ingevuld bij de inschrijving had moeten worden ingediend en dat BMC dit uit de aanbestedingsstukken had moeten kunnen opmaken.
Het bieden aan BMC van de mogelijkheid het CV na haar inschrijving nog aan te vullen zou BMC in een gunstiger positie brengen ten opzichte van de andere inschrijvers en strijd opleveren met gelijkheidsbeginsel.
4.8.
Bovenstaande overwegingen leiden tot de conclusie dat de vorderingen van BMC dienen te worden afgewezen.
4.9.
BMC zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de gemeente worden begroot op:
- griffierecht € 613,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.429,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt BMC in de proceskosten, aan de zijde van de gemeente tot op heden begroot op € 1.429,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt BMC in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat BMC niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2015.