Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
in zijn hoedanigheid van (stille) bewindvoerder en curator in het faillissement van de besloten vennootschap Schoenenreus B.V.,
1.De procedure
- de tussenbeschikking van 14 oktober 2014 en de daarin vermelde stukken en proceshandelingen,
- het verweerschrift van de curator van 31 december 2014,
- de mondelinge behandeling op 5 januari 2015,
- de pleitnota van IPP,
- de pleitnota van verweerders sub 1 en 2
- de pleitnota van de curator.
2.Enkele relevante feiten
Doel
De stichting stelt zich ten doel het behartigen van de belangen van hen die als gevolg van het onrechtmatig handelen en/of misbruik van bevoegdheid door het bestuur van Schoenenreus B.V. bij het faillissement van die vennootschap schade hebben geleden danwel daardoor anderszins in hun belangen zijn aangetast of dreigen te worden aangetast.
De Stichting tracht haar doel onder andere te bereiken door:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Schoenenreus II B.V., gevestigd en kantoorhoudende te (5406 XN) Uden, aan de Belgenlaan 1 in rechte te betrekken, ter zake van het verkrijgen van een verklaring voor recht dat het bestuur van de vennootschap jegens werknemers en schuldeisers onrechtmatig heeft gehandeld, alsmede ter zake van vergoeding voor door hen als gevolg van het onrechtmatige optreden van het bestuur van de vennootschap geleden materiële schade, een en ander als gevolg van de misbruik van bevoegdheid bij de aangifte van het eigen faillissement door het bestuur van voorheen Schoenenreus B.V., tegenwoordig Schoenenreus II B.V., althans als gevolg van haar misbruik van het identiteitsverschil tussen de vennootschappen New Giant B.V. en SRII B.V., althans als gevolg van haar onrechtmatige daad als bedoeld in artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek door het bewerkstelligen van het faillissement van Schoenenreus;
nader onderzoek te doen naar de feiten en omstandigheden waaronder het faillissement en de doorstart van Schoenenreus heeft plaatsgehad in voorbereiding op een eventueel aanhangig te maken procedure en;
daartoe de rechtbank te verzoeken een voorlopig getuigenverhoor te houden met benoeming van een rechter-commissaris ten overstaan van wie dit getuigenverhoor zal worden gehouden, ter verkrijging van bewijs van de misbruik van bevoegdheid en van het identiteitsverschil tussen vennootschappen door en het onrechtmatig handelen van de bestuurders/aandeelhouders van SR1 en SR2 en van de bewindvoerder/curator in het faillissement van SR 1.
het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk zijn.”
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Algemeen
6.De beslissing
31 maart 2015 van 09:30 tot 12:30 uur,
binnen twee wekenna de datum van deze beschikking schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank ter attentie van de rekestenadministratie van het team handelsrecht - om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in de drie maanden volgend op genoemde datum,