Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
2 [gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
2.De feiten
“D. [gedaagde sub 2] machtigt hierbij en komt overeen met [naam] , het volgende: (…)5. Het rechtstreeks aan de wederpartij declareren van de buitengerechtelijke kosten die [naam] in uw zaak heeft gemaakt. De kosten vangen aan op het moment van het eerste contact tussen u en [naam] , en zijn gebaseerd op het standaarduurtarief van 300,- euro excl. 6% kantoorkosten, verschotten en BTW.
€ 3.844,71. De laatste twee declaraties heeft Allsecur niet voldaan.
3.De vordering
€ 8.010,98, te vermeerderen met de wettelijke rente, en € 775,55 aan buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van Allsecur in de kosten van dit geding.
subsidiair)
4.De beoordeling
€ 1.669,50. Dat die kosten daadwerkelijk gemaakt zijn blijkt voldoende uit de overgelegde specificatie. Aan de stelling van Witlox dat mr. Langereis (een deel van) die kosten heeft besteed aan het schadedossier, wordt daarom voorbijgegaan. Ook is niet gebleken dat mr. Langereis overmatig heeft gedeclareerd, zodat ook het daarop gerichte betoog van Witlox niet opgaat.