In deze zaak hebben eisers, eigenaren van een perceel en woning aan de [adres 1], een verzoek ingediend om tegemoetkoming in planschade als gevolg van het bestemmingsplan dat de aanleg van het Kempisch Bedrijvenpark mogelijk heeft gemaakt. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel heeft dit verzoek afgewezen, wat door de rechtbank is bevestigd. De rechtbank oordeelt dat de uitbreidingsmogelijkheden van het bedrijf van eisers al onder het oude bestemmingsplan beperkt waren door nabijgelegen geurgevoelige objecten, waaronder de woning van eisers zelf. De rechtbank stelt vast dat eisers geen concrete stappen hebben ondernomen om hun bedrijf uit te breiden voordat het nieuwe bestemmingsplan werd vastgesteld, en dat zij derhalve het risico hebben aanvaard dat hun uitbreidingsmogelijkheden beperkt zouden worden.
De rechtbank concludeert dat het advies van Tog Nederland, dat de planschade heeft getaxeerd, zorgvuldig en objectief is. Eisers hebben niet aangetoond dat de taxatie onjuist is en hebben geen eigen deskundigenadvies overgelegd om hun standpunt te onderbouwen. De rechtbank oordeelt dat de risico's van een nabijgelegen bedrijf niet voldoende zijn onderbouwd door eisers en dat de afwijzing van hun verzoek om planschade terecht is. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat eisers voldoende gelegenheid hebben gehad om te reageren op het advies van Tog. De rechtbank bepaalt dat het door eisers betaalde griffierecht vergoed moet worden.