Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- een verzoekschrift van de man met producties 1 tot en met 7, ontvangen ter griffie op 20 november 2014;
- een verweerschrift van de vrouw, tevens houdende een zelfstandig verzoek, met producties 1 tot en met 14;
- een verweerschrift van de man op het zelfstandig verzoek van de vrouw, met producties 8 tot en met 13;
- een F9-formulier van mr. Sanders-Maanurdin van 26 mei 2015 met producties 15 tot en met 25,
- een brief van mr. Cox van 29 mei 2015 met producties 14 tot en met 25, welke brief een wijziging van het verzoek behelst.
2.De feiten
- [minderjarige X], te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
- [minderjarige Z], te [geboorteplaats] op [geboortedatum].
3.Het verzoek, verweer en zelfstandig verzoek
- de man met ingang van 5 september 2014, althans met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift in deze zaak, althans met ingang van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, een bijdrage in de kosten van opvoeding en verzorging van de minderjarige kinderen dient te voldoen van € 98,23 per kind per maand, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren,
- de door de man ten behoeve van de vrouw verschuldigde bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw met ingang van 5 september 2014, althans met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift in deze zaak, althans met ingang van een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, op nihil wordt gesteld, dan wel wordt verlaagd tot een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag,
- de man na 8 jaren na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand niet meer verplicht is tot het doen van een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw in die zin dat de duur van de partnerali-mentatie wordt gelimiteerd tot 8 jaar na inschrijving van die beschikking in dat register,
- de afspraken onder I, onder II sub C, onder III sub F2 en onder III sub L3 uit het echtscheidingsconvenant van 21 februari 2008 als ingetrokken worden beschouwd,
- de afspraak tussen partijen, ondertekend op 8 mei 2008, betreffende de abonnementskosten van de kinderen als ingetrokken wordt beschouwd.
4.De beoordeling
Wijziging van omstandigheden
5.De beslissing
- [minderjarige X], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
- [minderjarige Z], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op
andere wijze bekend is geworden.