Eisers zijn op 12 augustus 1995 eigenaar geworden van het woonhuis met inpandige kapsalon, aanhorigheden, garage, ondergrond en tuin op het perceel [adres 1], kadastraal bekend gemeente Berghem, sectie D, nummers [sectienummers], tezamen groot 523 m2. Op 15 juli 2005 zijn eisers eigenaar geworden van de woonruimte met ondergrond, tuin en verdere aanhorigheden op het perceel [adres 2], kadastraal bekend gemeente Berghem sectie D, [sectienummers], tezamen groot 215 m2.
Eisers hebben op 30 juni 2008 bij verweerder een aanvraag om planschadevergoeding ingediend. In het verzoek hebben eisers aangegeven dat zij schade leiden ten gevolge van het bestemmingsplan ‘Berghem-Dorp, integrale herziening’. Dit plan is op 15 december 2005 vastgesteld en op 24 augustus 2006 in werking getreden.
Verweerder heeft, naar aanleiding van het verzoek, de Stichting Advisering Onroerende Zaken (SAOZ) om advies gevraagd. De SAOZ heeft verweerder in juli 2013 geadviseerd een vergoeding toe te kennen van € 111.700,00, bestaande uit een bedrag van € 5.000,00 als vermogensschade voor de woning aan de [adres 1] en een bedrag van € 106.700,00 als inkomensschade voor het autoschadeherstelbedrijf aan de [adres 1].
Wat de inkomensschade betreft, heeft de SAOZ aangegeven dat deze het gevolg is van het op kortere afstand van het autoschadeherstelbedrijf kunnen realiseren van meer woningen dan voorheen, waardoor het bedrijf, voor het aspect geur, niet langer aan de milieueisen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer kan voldoen.
In het advies is aangegeven dat uit een in opdracht van verweerder uitgevoerd onderzoek is gebleken dat op twee manieren kan worden bewerkstelligd dat aan het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt voldaan, verhoging van de schoorsteen op de afzuiginstallatie tot een hoogte van 11 meter, of het aanbrengen van een ontgeuringsinstallatie met actief koolfilter. De SAOZ concludeert dat zij de verhoging van de schoorsteen niet in de beoordeling van het planschadeverzoek mag betrekken, omdat deze niet past in het nieuwe bestemmingsplan. Met betrekking tot het anderszins verzekerd zijn van de vergoeding, merkt de SAOZ op dat dit niet uit de ter beschikking gestelde stukken is gebleken.
Bij het primaire besluit heeft verweerder besloten om de door eisers geleden planschade (inkomensschade) in natura te compenseren door planologische medewerking te verlenen aan het verhogen van de schoorsteen van het autoschadeherstelbedrijf en de daarmee gepaard gaande kosten voor rekening van de gemeente te laten komen.