Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 januari 2015 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen op een openbare plaats of op het terrein van een ander:
(…)
anders dan kort aangelijnd en voorzien van een muilkorf, nadat het college aan de eigenaar of de houder heeft bekendgemaakt dat het die hond gevaarlijk of hinderlijk acht en een aanlijn- en muilkorfgebod in verband met het gedrag van die hond noodzakelijk vindt.
“Ik fiets metmijn hond kort aangelijnd, de andere hond liep los en veroorzaakte zodanige overlast dat ik ten val kwam met mijn fiets!!De eigenares van deze hond ondernam geen actie om haar hond bij zich te houden!! zodat er helaas een confrontatie plaatsvond die te wijten was aan het nalatig gedrag van deze eigenaresse met alle gevolgen van dien.”Daarmee ter zitting geconfronteerd, stelde eiser dat niet hij maar zijn partner de zienswijze destijds heeft opgesteld en dat hij die niet meer heeft nagelezen. In het verslag van de hoorzitting op 12 juni 2014 is echter vermeld:
“Bezwaarmaker geeft een uiteenzetting van enkele incidenten. De hond van de vrouw op de Franse Baan liep los en toen viel zijn hond haar hond aan. De vrouw had haar hond op de arm. Toen heeft zijn hond in de arm van de vrouw gebeten.”Gelet op deze wisselende verklaringen is de rechtbank van oordeel dat verweerder in dit incident mede aanleiding mocht zien voor de conclusie dat het gedrag van Toran aanleiding geeft tot een muilkorf- en kort aanlijngebod.