Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 28 februari 2014 in de zaak tussen
[bedrijf 1], eiseres 1,
de Kroon,
Procesverloop
Overwegingen
€ 200.000 als gevolg van het omrijden en langzamer rijden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder geen nader onderzoek hoeven te verrichten naar de exacte omvang van de door eiseressen te leiden schade omdat eiseressen een beroep kunnen doen op de Regeling nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999. In het kader van het besluit tot onttrekking heeft verweerder in de door eiseressen gestelde schade in ieder geval geen aanleiding hoeven te zien om af te zien van de onttrekking. Zoals ter zitting aan de orde is gekomen, is de door eiseressen gestelde (jaarlijkse) omrijschade in relatie tot de omzet van de betrokken bedrijven (circa 100 miljoen Euro per jaar voor [bedrijf 5] en circa 15 tot 20 miljoen Euro voor [bedrijf 3]) gering en ligt het in de rede dat het normaal maatschappelijk risico niet wordt overschreden, ook in het geval van de door eiseressen gehanteerde cijfers wordt uitgegaan. Ook de gestelde waardedaling van het onroerend is niet van dien aard dat verwacht kan worden dat het normaal maatschappelijk risico wordt overschreden. In ieder geval doet zich geen situatie voor waarin geoordeeld moet worden dat de belangen zodanig onevenwichtig zijn afgewogen dat niet in redelijkheid tot onttrekking kon worden overgegaan. De beroepsgrond faalt.