201206279/1/A3.
Datum uitspraak: 20 maart 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant A] en [appellant B], wonend te Westdorpe, gemeente Terneuzen,
tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg van 10 mei 2012 in zaak nr. 11/6225 in het geding tussen:
de raad van de gemeente Terneuzen.
Bij besluit van 3 maart 2011 heeft de raad op verzoek van Zeeland Seaports N.V. besloten tot onttrekking aan het openbaar verkeer van delen van de Autricheweg en de Axelsestraat te Westdorpe.
Bij uitspraak van 10 mei 2012 heeft de rechtbank het door [appellanten] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellanten] hoger beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De raad heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 februari 2013, waar [appellant A], bijgestaan door mr. M.W. Dieleman, advocaat te Middelburg, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.W. Haartsen en ing. J.F. Dekker, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
1. Ingevolge artikel 4, eerste lid, aanhef en onder III, van de Wegenwet is een weg openbaar wanneer de rechthebbende daaraan de bestemming van openbare weg heeft gegeven.
Ingevolge artikel 5, eerste lid, kan na de inwerkingtreding van deze wet de onder III van het eerste lid van het voorgaande artikel bedoelde bestemming slechts worden gegeven met medewerking van de raad van de gemeente, waarin de weg is gelegen.
Ingevolge artikel 9, eerste lid, kan een weg, niet behorende tot de in artikel 8 bedoelde, aan het openbaar verkeer worden onttrokken bij een besluit van de raad van de gemeente, waarin de weg is gelegen.
Ingevolge artikel 11, eerste lid, heeft iedere belanghebbende bij een weg, niet behorende tot de in artikel 8 bedoelde, het recht aan de raad van de gemeente, waarin de weg is gelegen ten opzichte van die weg toepassing van artikel 9 te verzoeken.
2. [appellanten] wonen aan de Autricheweg en nabij de Axelsestraat te Westdorpe. De gemeente Terneuzen ontwikkelt in samenwerking met Zeeland Seaports het glastuinbouwgebied ‘Kanaalzone’ te Westdorpe. De aan het openbaar verkeer onttrokken gedeelten van de Autricheweg en de Axelsestraat lopen door het te realiseren glastuinbouwgebied. Ter realisering van het glastuinbouwgebied met bijbehorende voorzieningen heeft de raad op 26 juni 2008 het bestemmingsplan ‘Glastuinbouwgebied Kanaalzone’ vastgesteld.
3. Het hoger beroep heeft geen betrekking op de onttrekking van het hierboven genoemde deel van de Autricheweg aan het openbaar verkeer.
4. [appellanten] betogen dat de rechtbank heeft miskend dat het besluit tot onttrekking prematuur is. Volgens hen ligt het voor de hand om dat besluit pas te nemen als het vervangende kavelpad gereed is en de openbaarheid daarvan vastligt.
Zij bestrijden daarnaast het oordeel van de rechtbank dat de raad in voldoende mate aan hun belangen is tegemoetgekomen. Volgens hen heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat het nieuw aan te leggen kavelpad een openbaar karakter zal krijgen. De openbaarheid van dit nog niet bestaande pad is niet vastgelegd, terwijl over de exacte ligging ervan evenmin zekerheid bestaat. Te vrezen valt dat het kavelpad niet openbaar zal zijn ter voorkoming van misbruik van het pad door sluipverkeer. De enkele opneming van het kavelpad in het onttrekkingsbesluit heeft geen rechtsgevolg. De raad had aan het onttrekkingsbesluit de voorwaarde moeten verbinden dat zij het recht van overpad krijgen voor het gebruik van het kavelpad, aldus [appellanten].
4.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer de uitspraak van 30 mei 2007 in zaak nr. 200608465/1, www.raadvanstate.nl) is de in artikel 9, eerste lid, van de Wegenwet neergelegde bevoegdheid van discretionaire aard. Aan het bevoegd gezag komt daarbij een ruime mate van beleidsvrijheid toe. De rechter dient de aanwending daarvan te beoordelen aan de hand van de maatstaf of er strijd is met wettelijke voorschriften dan wel of de betrokken belangen zodanig onevenwichtig zijn afgewogen, dat niet in redelijkheid tot onttrekking kon worden overgegaan.
4.2. De rechtbank heeft terecht, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 28 november 2007 in zaak nr. 200703134/1, www.raadvanstate.nl, overwogen dat voor het besluit tot onttrekking van een weg aan het openbaar verkeer geen dringende reden hoeft te bestaan.
De raad heeft uiteengezet dat de belangen bij een onttrekking van een deel van de Axelsestraat aan de openbaarheid zijn gelegen in de verwezenlijking van het glastuinbouwgebied door Zeeland Seaports. De raad acht het bij het aanbieden van de kavels door Zeeland Seaports aan potentiële kopers van groot belang dat deze beschikbaar zijn. Uit verkooptechnisch oogpunt is het niet wenselijk om de uitgifte van kavels afhankelijk te stellen van de uitkomst van procedures tot onttrekking van wegen aan de openbaarheid, aldus de raad. Zeeland Seaports heeft in haar schriftelijke uiteenzetting voor de rechtbank toegelicht dat de vervangende wegen pas kunnen worden aangelegd als de locaties van de kassen bekend zijn. Dit is afhankelijk van de wensen van de tuinders die de kassen zullen bouwen.
De Afdeling acht gelet op het vorenstaande geen grond aanwezig voor het oordeel dat de rechtbank heeft miskend dat het besluit tot onttrekking prematuur is genomen.
4.3. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de raad voldoende aan de belangen van [appellanten] tegemoet is gekomen.
Zoals in het besluit van 3 maart 2011 is vastgelegd, zal een geasfalteerd openbaar kavelpad, met een breedte van minimaal vier meter, worden aangelegd, dat zal aansluiten op de Autricheweg en de Axelsestraat. Er zullen twee landbouwsluizen worden aangelegd om inrijden door personenauto’s te voorkomen. Zeeland Seaports heeft de intentie het kavelpad openbaar te maken. Ingevolge artikel 4, eerste lid, aanhef en onder III, van de Wegenwet is een weg openbaar wanneer de rechthebbende daaraan de bestemming van openbare weg heeft gegeven. Uit artikel 5, eerste lid, van de Wegenwet volgt dat de bestemming van openbare weg slechts kan worden gegeven met medewerking van de raad. De raad heeft in de nadere stukken uiteengezet dat de medewerking aan de openbaarmaking van het nieuw aan te leggen kavelpad plaats zal vinden door het nemen van een apart raadsbesluit. Niet in geschil is dat Zeeland Seaports inmiddels een daartoe strekkende aanvraag heeft ingediend.
[appellanten] hebben geen concrete aanknopingspunten verschaft op grond waarvan aannemelijk is dat het kavelpad, als het openbaar zou zijn, onevenredig veel sluipverkeer zal genereren en daarom niet voor openbaar gebruik bestemd zal worden. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat, zoals de raad in het verweerschrift voor de Afdeling heeft toegelicht, de nieuwe Autricheweg de functie van ontsluitingsweg krijgt en dat deze weg wordt verbreed. Vrachtverkeer dat toch van de Axelsestraat gebruik blijft maken komt terecht op de Graafjansdijk, een lange en smalle dijk met bebouwing aan weerszijden die ongeschikt en onaantrekkelijk is voor vrachtverkeer, aldus de raad. Nu voldoende zekerheid bestaat dat het kavelpad een openbare weg zal zijn, bestaat geen noodzaak tot de vestiging van een recht van overpad daarop. [appellanten] worden daarom niet gevolgd in hun standpunt dat dit recht als voorwaarde aan het besluit had moeten worden verbonden.
De rechtbank heeft dan ook terecht overwogen dat [appellanten] gebruik kunnen maken van een aan te leggen openbaar kavelpad, zij het niet met een personenauto.
Dat de exacte ligging van het kavelpad thans nog niet vastligt, maakt niet dat de raad niet in redelijkheid tot onttrekking van een deel van de Axelsestraat heeft kunnen overgaan. Hiertoe is van belang dat, zoals in de schriftelijke uiteenzetting van Zeeland Seaports voor de rechtbank is toegezegd, dat weggedeelte toegankelijk blijft tot de bouw van de kassen en de aanleg van het kavelpad en de nieuwe Autricheweg. Naar het oordeel van de Afdeling is hiermee voldoende zekerheid verschaft dat [appellanten] zo lang mogelijk van de bestaande infrastructuur gebruik kunnen maken.
Voorts blijft, zoals de raad in zijn verweerschrift voor de rechtbank en Zeeland Seaports in haar schriftelijke uiteenzetting voor de rechtbank hebben toegelicht, de kern van het dorp Westdorpe met een personenauto bereikbaar via een alternatieve route die slechts 535 meter langer is dan de oorspronkelijke route.
5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. de Vries, ambtenaar van staat.
w.g. Borman w.g. De Vries
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2013