In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 9 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een jobcoachorganisatie, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). De zaak betreft de toekenning van een jobcoachvoorziening aan een jonggehandicapte, [persoon 1], voor de periode van 24 september 2012 tot en met 21 maart 2013. Eiseres had eerder een vergoeding voor jobcoaching ontvangen, maar het UWV heeft later besloten dat deze vergoeding ten onrechte was toegekend. Dit besluit werd op 15 mei 2013 aan eiseres meegedeeld, maar niet op de juiste wijze bekendgemaakt aan [persoon 1]. De rechtbank oordeelt dat het herzieningsbesluit niet rechtsgeldig is, omdat het niet aan de jonggehandicapte is bekendgemaakt, maar alleen aan de jobcoachorganisatie. Hierdoor is het besluit niet in werking getreden, en het bezwaar van eiseres tegen het herzieningsbesluit had niet inhoudelijk beoordeeld moeten worden. De rechtbank verklaart het bezwaar van eiseres alsnog niet-ontvankelijk en vernietigt het bestreden besluit van het UWV. Tevens wordt het UWV opgedragen het door eiseres betaalde griffierecht van € 44,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.