Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het verzoekschrift van 9 augustus 2013,
- de aanvulling op het verzoekschrift van 23 oktober 2013,
- het verweerschrift, ontvangen op 21 november 2013,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 28 november 2013.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Deelgeschil
volledigeschade dient te vergoeden, maar de stellingen van [X] voor het overige zijn nagenoeg uitsluitend gericht op deze vraag naar de vestiging van aansprakelijkheid. Ook ter zitting heeft de raadsman van [X] desgevraagd aangegeven dat de zaak wat hem betreft draait om de aansprakelijkheidsvraag en daarbij in het bijzonder of artikel 6:179 BW van toepassing is, dan wel artikel 6:181 BW. Naar het oordeel van de rechtbank is dit geschil, over de toepasselijkheid van deze artikelen in dit geval, te beschouwen als een deelgeschil in de zin van artikel 1019w Rv. Ook de wetgever is er blijkens de parlementaire geschiedenis vanuit gegaan dat de vraag naar de aansprakelijkheid in een deelgeschilprocedure aan de orde kan komen (Kamerstukken II, 2007-2008, 31518, nr.3, pag.10). In het algemeen zullen partijen in een letselschadezaak geen noemenswaardige onderhandelingen over de vergoeding van schade voeren zolang zij het niet eens zijn over de aansprakelijkheidsvraag. Een oordeel van de rechtbank over die vraag kan die onderhandelingen vlottrekken of - wanneer zij nog niet hebben plaatsgevonden - op gang brengen, en mogelijk leiden tot de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.
2,00 uur +