In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 29 oktober 2014 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning voor de bouw van een bioscoop in Eindhoven. De verzoekster, die een bestaande bioscoop in de nabijheid exploiteert, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven, dat op 9 oktober 2014 een omgevingsvergunning heeft verleend voor de verbouwing van de tweede verdieping van het Admirant tot bioscoop. De verzoekster vreesde dat de komst van de nieuwe bioscoop negatieve gevolgen zou hebben, niet alleen financieel, maar ook op andere gebieden. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was, omdat de bouw al in volle gang was en de vergunninghouder de bouw voor kerst 2014 wilde afronden, wat zou leiden tot een onomkeerbare situatie.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de aanduiding "Bioscoop" op de gronden met de bestemming "Centrum 1" betekent dat daar uitsluitend een bioscoop is toegestaan. Op andere gronden met dezelfde bestemming zijn echter ook andere vormen van cultuur en ontspanning toegestaan. De voorzieningenrechter concludeerde dat de omgevingsvergunning niet in strijd was met het bestemmingsplan, omdat de eerder verleende bouwvergunning voor een bioscoop met dezelfde bezettingsgraad al onherroepelijk was. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat bij de beoordeling van de parkeereisen alleen rekening gehouden hoeft te worden met de toename van de parkeerbehoefte als gevolg van het bouwplan, en dat een eventueel bestaand tekort buiten beschouwing kan worden gelaten.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat het bezwaar tegen de omgevingsvergunning naar verwachting ongegrond zal worden verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.