ECLI:NL:RBOBR:2014:6583
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de wijziging van de onderhoudstatus van een waterloop en de onderhoudsplicht van de aangelande
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 30 oktober 2014, wordt de wijziging van de onderhoudstatus van een waterloop behandeld. Eiser, een eigenaar van een perceel te Schijndel, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het dagelijks bestuur van Waterschap Aa en Maas, dat op 14 januari 2014 de legger oppervlaktewateren heeft vastgesteld. Eiser betwist de afvoersnelheid van de waterloop en stelt dat deze hoger is dan door verweerder is vastgesteld, wat zou betekenen dat de onderhoudsplicht niet bij hem ligt. De rechtbank oordeelt dat de juridische status van de watergang niet is gewijzigd en dat er geen feitelijke veranderingen zijn die een aanpassing van de status zouden vereisen. De rechtbank stelt vast dat de wijziging van de status van de watergang van A-watergang naar B-watergang reeds had plaatsgevonden bij de vaststelling van de Legger waterschap Aa en Maas district Beneden Aa op 4 december 2012. Eiser heeft tegen deze eerdere vaststelling geen beroep ingesteld, waardoor de status van de watergang niet meer ter discussie staat. De rechtbank concludeert dat de onderhoudsplicht bij eiser ligt, aangezien hij als aangelande wordt aangemerkt volgens de Keur waterschap Aa en Maas 2013. De rechtbank wijst het beroep van eiser af, omdat niet is gebleken dat hij onevenredige schade lijdt door de toedeling van de onderhoudsplicht. De uitspraak wordt openbaar uitgesproken en er wordt een termijn van zes weken gegeven voor het instellen van hoger beroep.