In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 14 oktober 2014 een tussenbeschikking gegeven in het kader van een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Het verzoek is ingediend door de stichting STICHTING IPP (INVESTIGATING PRE-PACK), gevestigd te Waalwijk, tegen de besloten vennootschap SR II B.V., gevestigd te Uden, en verschillende andere verweerders, waaronder mr. G. te Biesebeek, die optreedt als (stille) bewindvoerder en curator in het faillissement van de besloten vennootschap Schoenenreus B.V.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift van 2 oktober 2013 enkel SR II als verweerster vermeldde, waardoor alleen deze partij was opgeroepen. Echter, het verzoek richtte zich ook tegen de indirecte bestuurders en aandeelhouders van Schoenenreus B.V. en SR II. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 september 2014 zijn enkele van deze verweerders spontaan verschenen, maar mr. G. te Biesebeek was niet opgeroepen en daarom niet verschenen.
De rechtbank heeft besloten de behandeling van het verzoek aan te houden, zodat ook mr. te Biesebeek in de gelegenheid kan worden gesteld om zich over het verzoek uit te laten. De rechtbank oordeelt dat er geen reden is om te concluderen dat IPP niet-ontvankelijk is in haar verzoek, zoals door SR II en de andere verweerders is betoogd. De zaak zal voor onbepaalde tijd worden aangehouden, en partijen zijn gelast om hun verhinderdata op te geven voor de komende drie maanden. De beschikking is openbaar uitgesproken op 14 oktober 2014.