ECLI:NL:RBOBR:2014:6007

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
29 september 2014
Publicatiedatum
13 oktober 2014
Zaaknummer
SHE 14/329
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compromisovereenkomst over WOZ-waarde en niet-ontvankelijkheid beroep

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant op 29 september 2014, is een geschil ontstaan tussen eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde M. van Yperen, en de heffingsambtenaar van de gemeente Eersel, vertegenwoordigd door M.C.W. Mathijsen-Raaijmakers. De zaak betreft de waardering van een onroerende zaak, met als waardepeildatum 1 januari 2012, voor het kalenderjaar 2013. De heffingsambtenaar had eerder de waarde vastgesteld op € 503.000, maar na bezwaar is deze waarde verlaagd naar € 426.000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing.

Tijdens de zitting op 29 september 2014 hebben partijen een compromis bereikt. Ze kwamen overeen dat de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2012 voor het kalenderjaar 2013 nader moet worden vastgesteld op € 415.000. Daarnaast is overeengekomen dat de verweerder de door eiser gemaakte kosten in beroep vergoedt tot een bedrag van € 974 en het door eiser betaalde griffierecht van € 45 vergoedt.

Aangezien er geen geschil meer tussen partijen resteert, heeft eiser geen procesbelang bij een rechterlijke uitspraak over de bestreden uitspraak. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J.J.M. Weyers, rechter, in aanwezigheid van P.L.M.M. Mulders, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats ’s-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 14/329

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

29
september 2014 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
(gemachtigde: M. van Yperen),
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Eersel, verweerder
(M.C.W. Mathijsen-Raaijmakers).

Procesverloop

Bij beschikking van 28 februari 2013, vervat in een op die datum gedagtekend aanslagbiljet, heeft verweerder op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres] (de woning), per waardepeildatum 1 januari 2012, voor het kalenderjaar 2013, vastgesteld op € 503.000. In dit geschrift is tevens de aanslag onroerende-zaakbelastingen (OZB) voor het kalenderjaar 2013 bekend gemaakt.
Bij uitspraak op bezwaar van 10 januari 2014 (de bestreden uitspraak) heeft verweerder de waarde van de woning verlaagd naar € 426.000 en tevens de daarop gebaseerde aanslag dienovereenkomstig verminderd.
Eiser heeft tegen de bestreden uitspraak beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 september 2014. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder is verschenen, bijgestaan door de taxateur R. Latta.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1.
Ter zitting zijn partijen bij wijze van compromis overeengekomen dat de waarde per waardepeildatum 1 januari 2012 voor het kalenderjaar 2013 nader moet worden vastgesteld op € 415.000. Tevens zijn partijen overeengekomen dat verweerder de door eiser gemaakte kosten in beroep vergoedt tot een bedrag van in totaal € 974. Ten slotte vergoedt verweerder het door eiser betaalde griffierecht ten bedrage van € 45.
2.
Omdat er geen geschil tussen partijen meer resteert, heeft eiser geen procesbelang bij een rechterlijke oordeel van de bestreden uitspraak (vergelijk de arresten van de Hoge Raad van 3 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO5988, en 10 augustus 2012, ECLI:NL:HR:2012: BX4045). Het beroep zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J.J.M. Weyers, rechter, in aanwezigheid van
P.L.M.M. Mulders, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 september 2014.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.