ECLI:NL:RBOBR:2014:5981
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing leges voor omgevingsvergunning en de beoordeling van bouwkosten
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 12 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de heffingsambtenaar van de gemeente Eindhoven over de hoogte van de leges voor een omgevingsvergunning. Eiseres had een aanvraag ingediend voor het bouwen van een woning en kreeg een legesbedrag van € 8.200 opgelegd. Eiseres stelde dat de hoogte van de bouwkosten onjuist was berekend en dat er sprake was van onredelijke belastingheffing. De rechtbank oordeelde dat het in ontvangst nemen van de aanvraag als een belastbaar feit moet worden gekwalificeerd, waarbij de gehele dienst van het behandelen van de vergunning fiscaal wordt begrepen. De rechtbank concludeerde dat de bouwkosten, zoals door eiseres opgegeven, tussen de € 100.000 en € 400.000 lagen, en dat verweerder op basis van deze informatie de leges correct had vastgesteld. Eiseres had geen andere bedragen genoemd of onderbouwd, waardoor de rechtbank de berekening van de leges door verweerder als juist beschouwde.
Daarnaast verwierp de rechtbank het beroep van eiseres op het gelijkheidsbeginsel, omdat in haar geval wel een vergunning was verleend. De rechtbank oordeelde ook dat de kosten voor de toetsing aan het bestemmingsplan niet dubbel in rekening waren gebracht, aangezien er verschillende toetsingen plaatsvonden. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de leges van € 8.200. De uitspraak werd gedaan door rechter J.Y. van de Kraats, in aanwezigheid van griffier P.L.M.M. Mulders, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.