In deze zaak vordert de Vereniging C1000, vertegenwoordiger van C1000 franchisenemers, inzage in documenten die betrekking hebben op de overname van C1000 door Jumbo en Ahold. De procedure startte met een dagvaarding op 14 juli 2014, gevolgd door een mondelinge behandeling op 21 augustus 2014. De voorzieningenrechter heeft de voeging van Ahold aan de zijde van Jumbo toegestaan, en de zaak is aangehouden om partijen de kans te geven een minnelijke regeling te treffen. Echter, na het mislukken van deze regeling heeft de Vereniging C1000 verzocht om een vonnis.
De Vereniging C1000 stelt dat zij recht heeft op inzage in de documenten op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat zij een rechtmatig belang heeft bij de informatie. De documenten zijn van belang voor de franchisenemers, die geconfronteerd worden met de gevolgen van de overname en de beëindiging van de C1000 franchiseformule. Jumbo en Ahold verzetten zich tegen de inzage, onder andere op basis van geheimhoudingsafspraken en het argument dat de Vereniging C1000 geen partij is in de relevante rechtsbetrekking.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen van de Vereniging C1000 worden afgewezen. De rechter concludeert dat de franchisenemers voldoende op de hoogte zijn van hun huurovereenkomsten en dat er geen rechtmatig belang is voor de Vereniging C1000 om inzage te krijgen in de documenten die betrekking hebben op de afspraken tussen Jumbo en Ahold. De kosten van de procedure worden toegewezen aan de Vereniging C1000, die in het ongelijk is gesteld.