Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Procesverloop
Overwegingen
Ingevolge artikel 8.1.1, onder a en d, van de planvoorschriften zijn de als zodanig aangewezen gronden bestemd voor agrarische bedrijfsuitoefening, in de vorm van agrarische bodemexploitatie en recreatief mede-gebruik.
Ingevolge artikel 8.2, onder a en b, van de planvoorschriften mag de tot 'Agrarisch gebied' bestemde grond uitsluitend worden bebouwd met a. kleine bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die noodzakelijk zijn uit een dagrecreatief medegebruik, zoals informatiepanelen, zitbanken, picknicktafels en schuilgelegenheden (…) en kleine schuilgelegenheden voor vee, dierenverblijven of veldschuren (…).
Ingevolge artikel 29.1 van de planvoorschriften is het verboden de in dit plan opgenomen gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangegeven in de doeleinden. Onder strijdig gebruik wordt ingevolge artikel 29.2 onder b, sub 4, van de planvoorschriften in elk geval tevens verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor (motor)crossen.
Ingevolge artikel 3.1, onder a en o, van de planvoorschriften zijn de als 'Agrarisch' aangewezen gronden bestemd voor agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen en extensief recreatief medegebruik.