ECLI:NL:RBOBR:2014:4158
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herstel van verzuim bij niet-ontvankelijkverklaring van beroep in bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 21 juli 2014 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een eerdere uitspraak van 4 juni 2014, waarin het beroep van de opposant niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank oordeelde dat de opposant, die zich richtte tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss, ten onrechte niet de mogelijkheid was geboden om het verzuim van het niet tijdig betalen van griffierecht te herstellen. De rechtbank stelde vast dat, hoewel de opposant op 21 maart 2014 een nota griffierecht had ontvangen, er geen aangetekende herinneringsbrief was verzonden na het verstrijken van de betalingstermijn. Dit was in strijd met artikel 12, tweede en derde lid, van de Procesregeling bestuursrecht 2013, dat voorschrijft dat een dergelijke brief moet worden verzonden voordat tot een niet-ontvankelijkverklaring kan worden overgegaan.
De rechtbank concludeerde dat het verzet gegrond was en dat de eerdere uitspraak van 4 juni 2014 diende te vervallen. Het onderzoek in de beroepsprocedure zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De rechtbank benadrukte het belang van het bieden van herstelmogelijkheden aan partijen in bestuursrechtelijke procedures, vooral wanneer het gaat om het betalen van griffierechten.