Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 28 april 2014 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
13 april 2011) niet kan terugvinden en dat hem het overleg en de afspraken nog helder voor ogen staan, waaronder dat de gilden in dit gesprek een verzoek hebben gedaan om een financiële bijdrage voor het aanbrengen van kogelvangers en dat in het gesprek verder geen toezeggingen zijn gedaan over het verstrekken van subsidies.
1 december 2011 afgewezen. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat het aanbrengen van kogelvangers op alle gildeterreinen niet noodzakelijk is en dat de financiële mogelijkheden ontbreken om het verzoek van eisers te honoreren.
Beslissing
mr. M.H. Dworakowski-Kelders, leden, in aanwezigheid van mr. A.E. van Langen-Wouda, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 april 2014.
mede te ondertekenen