ECLI:NL:RBOBR:2014:183
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wob-verzoeken van een journalist betreffende documenten van de (oud)burgemeester van Helmond
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 16 januari 2014, zijn drie zaken aan de orde die voortvloeien uit verzoeken op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) door een journalist gericht aan de burgemeester en de gemeenteraad van Helmond. De journalist verzocht om toegang tot verschillende documenten die betrekking hebben op de (oud)burgemeester van Helmond. De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders hebben deze verzoeken afgewezen, met als argument dat de gevraagde documenten niet bij hen berusten en dat de Wob geen verplichting oplegt om documenten die niet in hun bezit zijn, te vergaren.
De rechtbank heeft de feiten vastgesteld en de afwijzingen van de Wob-verzoeken beoordeeld. In de zaak SHE 13/3942 heeft de burgemeester de afwijzing gehandhaafd, stellende dat het document niet bij hem berustte en vertrouwelijk was. In de zaken SHE 13/3943 en SHE 13/3944 heeft het college eveneens de afwijzingen gehandhaafd, waarbij werd gesteld dat de documenten niet bij het college berusten en dat de informatie onder de Wob niet openbaar gemaakt hoeft te worden als deze vertrouwelijk is of persoonlijke beleidsopvattingen bevat.
De rechtbank concludeert dat de afwijzingen van de Wob-verzoeken terecht zijn, omdat de documenten niet bij de betrokken bestuursorganen berusten en de Wob geen verplichting oplegt om deze documenten te vergaren. De beroepen van de journalist worden ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.