Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verzoeker], te [woonplaats 1], verzoeker
de burgemeester van de gemeente Son en Breugel, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
(…)De honden hebben in het verleden diverse mensen en honden gebeten.
2 september 2013 treft Diesel geen blaam, omdat Diesel zelf werd aangevallen door de andere hond. Deze hond beet in de muilkorf van Diesel, waardoor de muilkorf kapot is gegaan en Diesel de andere hond in de staart kon bijten. In het bestreden besluit gaat verweerder dan ook uit van onjuiste feiten. Het is dan ook onjuist dat Diesel de rust en veiligheid ernstig zou hebben verstoord en om die reden heeft verweerder ten onrechte geconcludeerd dat Diesel een direct dreigend gevaar voor anderen zou zijn en Diesel de rechten van anderen zou aantasten. Verzoeker heeft er voorts op gewezen dat uit door hem overgelegde verklaringen van derden, waaronder[bedrijf 2], volgt dat Diesel een vriendelijke hond is die geen problemen veroorzaakt. Ter zitting van de voorzieningenrechter heeft verzoeker over het niet voldoen aan het muilkorf gebod op
3 september 2013 opgemerkt dat hij de verbalisant tegenkwam juist op het moment dat hij terugkeerde van een bezoek aan de dierenarts met Diesel en voor hem een nieuwe muilkorf had gekocht, omdat de oude op 2 september 2013 was stukgebeten door de border collie. Hij had de nieuwe muilkorf omgedaan maar omdat deze muilkorf nieuw was, zat deze nog niet zo goed. Verzoeker ontkent de muilkorf van de andere rottweiler te hebben gebruikt, terwijl dit bovendien ook geen verschil had gemaakt omdat de koppen van beide rottweilers even groot zijn.
3 september 2013 (los zittende muilkorf) betwist. Wat betreft het incident van
2 september 2013 stelt de voorzieningenrechter vast dat, zoals verweerder ook heeft erkend in zijn reactie van 9 oktober 2013, de verklaringen van verzoeker en de eigenaar van de andere hond over het incident uiteenlopen en aldus niet zonder meer duidelijk is wat zich precies heeft afgespeeld. Hoe dan ook staat vast dat Diesel zich op 2 september 2013 heeft weten los te rukken en de andere hond heeft gebeten. Wat betreft het incident op
3 september 2013 komen de verklaringen van verzoeker hierover, de voorzieningenrechter niet onlogisch voor. Daar staat echter tegenover dat deze verklaringen niet overeenstemmen met het door [persoon3] opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van
5 september 2013 zoals hiervoor weergeven onder 1.9.
2 en 3 september 2013 eerst op 9 september 2013 het bestreden besluit heeft genomen, terwijl de bevoegdheid van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet er juist op moet zijn gericht een dreigende verstoring van de openbare orde onmiddellijk aan te pakken, alsook dat verweerder de gestelde maatschappelijke onrust in de buurt door de aanwezigheid van Diesel weinig inzichtelijk heeft gemaakt. Voor een bevestigende beantwoording van die vraag kan worden aangevoerd dat Diesel betrokken is geweest bij een aantal (ernstige) bijtincidenten in de buurt, dat verzoeker en zijn echtgenote die incidenten niet hebben kunnen voorkomen en dat [deskundige] in zijn rapport heeft geconcludeerd dat de risico’s die Diesel met zich mee brengt voor mens en hond zonder meer hoog te noemen zijn. Hierbij is van belang dat de voorzieningenrechter de inschatting van verweerder dat Diesel een concreet en actueel gevaar vormt voor de openbare orde slechts terughoudend kan toetsen. Er bestaat dus twijfel of de inbeslagname van Diesel, indien verweerder dit besluit in bezwaar zou handhaven, uiteindelijk in beroep zal standhouden.