Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGDIENST,
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 juli 2013 met producties 1 tot en met 5
- de brief van mr. J.M.L. van Duin, kantoorgenoot van mr. Wisman, van 21 augustus 2013 met aanvullende productie 6
- de brief van mr. Wisman van 27 augustus 2013 met een uitspraak van de voorzieningenrechter rechtbank Zeeland-West-Brabant van 26 augustus 2013
- de brief van mr. P. de Haas, kantoorgenoot van mr. De Bont, van 27 augustus 2013 met producties 1 tot en met 11
- de mondelinge behandeling op 29 augustus 2013, waar tevens zijn behandeld de zaken, geregistreerd onder de nummers KG ZA 13-360, KG ZA 13-361, KG ZA 13-362, KG ZA 13-363, KG ZA 13-364, KG ZA 13-365, KG ZA 13-366 en KG ZA 13-368
- de (algemene) pleitnota van de Belastingdienst, met drie aanvullende producties
- de (bijzondere) pleitnota van de Belastingdienst in de zaak Belastingdienst / [gedaagde]
- de pleitnota van [gedaagde].
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Juiste procespartij
a. de gegevens en inlichtingen te verstrekken welke voor de belastingheffing te zijnen aanzien van belang kunnen zijn;
b. de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan - zulks ter keuze van de inspecteur - waarvan de raadpleging van belang kan zijn voor de vaststelling van de feiten welke invloed kunnen uitoefenen op de belastingheffing te zijnen aanzien, voor dit doel beschikbaar te stellen.
1. de gegevens en inlichtingen duidelijk, stellig en zonder voorbehoud dienen te worden verstrekt, mondeling, schriftelijk of op andere wijze - zulks ter keuze van de inspecteur - en binnen een door de inspecteur te stellen termijn;
2. toegelaten moet worden, dat kopieën, leesbare afdrukken of uittreksels worden gemaakt van de voor raadpleging beschikbaar gestelde gegevensdragers of de inhoud daarvan.
816,00