“Het recht op de WGA-uitkering eindigt in beginsel ook als de betrokkene
niet meer gedeeltelijk arbeidsgeschikt is. Daarop geldt een uitzondering
als de betrokkene een WGA-uitkering in de loongerelateerde fase
ontvangt. In die fase eindigt het recht op de WGA-uitkering niet als hij
minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt. De reden daarvan is dat de
loongerelateerde WGA-uitkering in de plaats komt van de WW-uitkering.
De WW kent een dergelijke eindigingsgrond niet. Als het recht op de
WGA-uitkering in de loongerelateerde fase op basis van deze grond wel
zou eindigen, zou dat meebrengen dat de betrokkene:
• Ofwel nog eens een WW-uitkering kan claimen die even lang duurt als
de loongerelateerde WGA-uitkering, en wel vanwege dezelfde periode
van werken voor ingang van het recht op de WGA-uitkering. Dat zou
betekenen dat de betrokkene tweemaal een (volledige) uitkering
ontvangt: eenmaal omdat hij na de loondoorbetalingsperiode gedeeltelijk
arbeidsgeschikt is en eenmaal omdat hij na de loondoorbetalingsperiode
(gedeeltelijk) werkloos is.
• Ofwel geen recht op een WW-uitkering hebben omdat hij niet aan de
referte-eis voldoet, terwijl zijn loongerelateerde uitkering ingevolge de
WGA (veel) korter heeft geduurd dan waar hij ingevolge de WW recht
op zou hebben gehad als hij direct na twee jaar ziekte minder dan 35%
arbeidsongeschikt zou zijn geweest.”