ECLI:NL:RBNNE:2025:898

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 februari 2025
Publicatiedatum
11 maart 2025
Zaaknummer
11100230 BU VERZ 24-995
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van sanctie wegens niet-verzekeren van motorrijtuig in specifieke omstandigheden

Op 27 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een betrokkene die een boete van € 409,00 had ontvangen voor het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een land- of bosbouwtrekker. De gedraging werd vastgesteld op 17 februari 2023. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. N.G.A. Voorbach, stelde dat de boete niet proportioneel was, aangezien de trekker uit 1962 slechts enkele uren per jaar op eigen terrein werd gebruikt en niet op de openbare weg. De kantonrechter heeft de gedraging vastgesteld, maar besloot de sanctie te matigen tot nihil, omdat het aannemelijk was dat de trekker niet op de openbare weg was gebruikt en de betrokkene snel na de constatering van de RDW voor verzekering had gezorgd. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond en veroordeelde de officier van justitie tot betaling van de proceskosten, begroot op € 777,00. De kantonrechter verklaarde zich onbevoegd om te oordelen over de wijze van uitbetaling van de proceskostenvergoeding, verwijzend naar een arrest van het hof van 17 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 256824270
zaaknummer: 11100230 BU VERZ 24-995
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van
27 februari 2025 op het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (de betrokkene),

wonende in [woonplaats],
gemachtigde: mr. N.G.A. Voorbach, Verkeersboete.nl.
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. J.Y.B. Jansen
als griffier : D.W. Veenstra
Gemachtigde en betrokkene zijn niet op de zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. P. Belopavlovic (de vertegenwoordiger).
De verweten gedraging is A915 – ‘voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden’, geconstateerd op 17 februari 2023 om 17:09 uur bij de RDW in Veendam, betreffende een land- of bosbouwtrekker met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 409,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene stelt dat de hoogte van de boete niet proportioneel is. Het gaat om een trekker uit 1962 die betrokkene heeft laten registreren voor eventuele verkoop. De trekker staat in de schuur en wordt maar enkele uren per jaar gebruikt op eigen terrein, niet op de openbare weg. Het ligt niet voor de hand dat een meer dan zestig jaar oude trekker professioneel of regelmatig wordt gebruikt. Had betrokkene de trekker niet op kenteken gezet, was er niets aan de hand geweest. De trekker is op 3 maart 2023 in voorlopige dekking genomen. Betrokkene verzoekt om matiging van het sanctiebedrag.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt.
De gedraging kan worden vastgesteld omdat betrokkene deze niet betwist.
De kantonrechter ziet aanleiding om de sanctie te matigen tot nihil. De vertegenwoordiger heeft aangevoerd dat niet vaststaat dat niet op de openbare weg is gereden, maar uit raadpleging op de zitting van Google Maps en kadasterkaart.com blijkt dat betrokkene eigen land naast het huis heeft liggen, dat te bereiken is zonder de openbare weg te gebruiken. De kantonrechter acht het aannemelijk dat de trekker niet op de openbare weg is geweest. Daarnaast heeft betrokkene (voldoende) snel na de brief van de RDW gezorgd voor verzekering van het voertuig. Daarom is het opleggen van een sanctie niet redelijk in dit geval. Dat betekent dat het beroep gegrond is.
Omdat de kantonrechter het beroep gegrond verklaart, zijn er gronden aanwezig om de door betrokkene gemaakte kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand te vergoeden. Op grond van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht worden toegekend:
  • één punt ter waarde van € 907,00 voor het indienen van het beroepschrift bij de kantonrechter;
  • één punt ter waarde van € 647,00 voor het indienen van het beroepschrift bij de officier van justitie.
Gelet op de aard van de zaak past de kantonrechter de wegingsfactor 0,5 (gewicht van de zaak = licht) toe. Hij veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten tot een bedrag van (€ 907,00 + € 647,00) x 0,5 = € 777,00.
De kantonrechter verklaart zich ten slotte onbevoegd om zich uit te laten over de wijze van uitbetaling van de proceskostenvergoeding, onder verwijzing naar het arrest van het hof van 17 juni 2024. [1] Met ingang van 1 januari 2024 is in artikel 13a, derde en vierde lid, van de Wahv bepaald dat uitbetalingen vanwege een beslissing op het administratief beroep of een uitspraak op beroep op grond van deze wet uitsluitend plaatsvinden op een bankrekening die op naam staat van degene aan wie de beschikking van de administratieve sanctie is opgelegd. Er is geen overgangsrecht van toepassing en deze vorderingen tot uitbetaling zijn niet vatbaar voor vervreemding of verpanding.
De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • wijzigt de inleidende beschikking zodat het sanctiebedrag wordt gematigd tot nihil;
  • bepaalt dat de zekerheidstelling aan betrokkene moet worden terugbetaald;
  • veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten, begroot op € 777,00;
  • verklaart zich onbevoegd om te oordelen over de wijze van uitbetaling van de proceskostenvergoeding.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden d.d. 17 juni 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:4051.