3.1.[eisers] vordert (na vermindering van de eis) om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en met veroordeling van NCG in de proceskosten en de nakosten vermeerderd met wettelijke rente:
Primair
I. NCG te veroordelen tot volledige nakoming van de op 17 juni 2020 gesloten vaststellingsovereenkomst, alsmede de daarmee samenhangende vervolgafspraken, door alle gebreken uit de afsprakenlijst aan de woning van [eisers] deugdelijk te (laten) herstellen;
II. te bepalen dat NCG de onder I. genoemde herstelwerkzaamheden dient te hebben voltooid binnen drie maanden na betekening van het vonnis;
III. te bepalen dat NCG een dwangsom verbeurt van € 1.500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat NCG nalaat aan de veroordeling onder I. en II. te voldoen, met een maximum van € 500.000,00.
Subsidiair
I. NCG te veroordelen tot volledige nakoming van de op 17 juni 2020 gesloten vaststellingsovereenkomst, alsmede de daarmee samenhangende vervolgafspraken, door alle gebreken uit de afsprakenlijst aan de woning van [eisers] deugdelijk te (laten) herstellen, waarbij NCG gehouden is:
a. binnen 1 maand na betekening van het vonnis een plan van aanpak te presenteren en de inventarisatie van de werkzaamheden af te ronden, onder toezicht van een door de voorzieningenrechter aan te wijzen onafhankelijke deskundige;
b. binnen 3 maanden na betekening van dit vonnis te starten met de uitvoering van de herstelwerkzaamheden aan de woning, waarbij NCG verplicht is om iedere maand een voortgangsrapportage in te dienen bij de voorzieningenrechter en [eisers] ;
c. binnen 6 maanden na betekening van dit vonnis de woning volledig schadevrij op te leveren, met een eindrapportage van de onafhankelijke deskundige over de deugdelijkheid van het uitgevoerde werk;
II. te bepalen dat, indien NCG nalaat de onder I. genoemde werkzaamheden uit te voeren binnen de gestelde termijnen, [eisers] gerechtigd is om de herstelwerkzaamheden door een derde partij te laten uitvoeren, waarbij de kosten hiervan volledig op NCG verhaald zullen worden;
III. te bepalen dat NCG een dwangsom verbeurt van € 1.500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat NCG nalaat aan de veroordeling onder I. en II. te voldoen, met een maximum van € 500.000,00.
Meer subsidiair
I. NCG te veroordelen tot volledige nakoming van de op 17 juni 2020 gesloten vaststellingsovereenkomst, alsmede de daarmee samenhangende vervolgafspraken, door alle gebreken uit de afsprakenlijst aan de woning van [eisers] deugdelijk te (laten) herstellen, waarbij NCG gehouden is:
a. binnen 1 maand na betekening van het vonnis een plan van aanpak te presenteren en de inventarisatie van de werkzaamheden af te ronden;
b. binnen 3 maanden na betekening van dit vonnis te starten met de uitvoering van de herstelwerkzaamheden aan de woning;
c. binnen 6 maanden na betekening van dit vonnis de woning volledig schadevrij op te leveren;
II. althans binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn en tijdspad NCG te veroordelen tot nakoming van de vaststellingsovereenkomst en uitvoering van de herstelwerkzaamheden.