ECLI:NL:RBNNE:2025:835

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
6 maart 2025
Zaaknummer
11250039 BU VERZ 24-1817
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van de redelijke termijn bij parkeerboete op gehandicaptenparkeerplaats

Op 11 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende een parkeerboete opgelegd aan de betrokkene voor het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart. De gedraging vond plaats op 13 januari 2023 om 15:41 uur op het Cambuurplein in Leeuwarden. De betrokkene betwistte de boete en voerde aan dat de gemeente nalatig was in het onderhoud van de belijning, waardoor het niet duidelijk was dat het gehele parkeervak als gehandicaptenparkeerplaats was bedoeld. De kantonrechter concludeerde dat het gehele parkeervak zich voor de gemiddelde weggebruiker voordoet als een gehandicaptenparkeerplaats en dat er geen bewijs was dat de belijning door slijtage was verdwenen. De kantonrechter oordeelde dat de gemeente de intentie had om het gehele vak aan te wijzen als gehandicaptenparkeerplaats, zonder dat een onderbord met pijlen noodzakelijk was. Echter, de kantonrechter constateerde ook een schending van de redelijke termijn van berechting, aangezien de termijn van twee jaar was overschreden. De opgelegde sanctie werd daarom met 25% gematigd tot € 241,50, inclusief administratiekosten. De kantonrechter verklaarde het beroep van de betrokkene gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en bepaalde dat het teveel betaalde aan zekerheidstelling aan de betrokkene moest worden terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 255465829
zaaknummer: 11250039 BU VERZ 24-1817
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 11 februari 2025 op het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (de betrokkene),

wonende in [woonplaats].
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. P.G. Wijtsma
als griffier : D.W. Veenstra
Betrokkene is op de zitting verschenen. Als vertegenwoordigster van de officier van justitie is verschenen mr. E. Berkeljon.
De verweten gedraging is R402B – ‘parkeren op gehandicaptenparkeerplaats zonder duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart’, verricht op 13 januari 2023, om 15:41 uur, op het Cambuurplein in Leeuwarden, met een personenauto met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 319,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene stelt dat de boete ten onrechte is opgelegd. Volgens hem is de gemeente nalatig geweest in het onderhoud van de belijning en hoort er, als het de bedoeling is om het hele gedeelte als twee gehandicaptenparkeerplaatsen aan te duiden, een bord met twee pijlen te staan. Er hoort een streep te staan na het bord, die aangeeft dat de plek waar betrokkene stond geen gehandicaptenparkeerplaats is, maar deze streep is door slijtage verdwenen. Betrokkene verwijst hierbij naar foto’s van een andere parkeerplaats elders in Leeuwarden, waar het vak wel is onderverdeeld door middel van belijning, en naar schermafdrukken van Google Street View waarop de belijning nog zichtbaar is.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt.
De gedraging kan worden vastgesteld, omdat het gehele parkeervak zich voor de gemiddelde weggebruiker voordoet als een gehandicaptenparkeerplaats. Uit Google Street View blijkt dat in het verleden het vak opgesplitst is geweest in een vak voor gehandicapten en een normale parkeerplaats. Op het moment van de verweten gedraging en sindsdien is die belijning er niet meer. Het is niet aannemelijk geworden dat de belijning door slijtage is verdwenen; niets wijst daarop. Het lijkt er meer op dat het de bedoeling van de gemeente is geweest om het gehele vak aan te wijzen als gehandicaptenparkeerplaats. Daarvoor is het plaatsen van een onderbord met pijlen niet nodig.
De kantonrechter ziet in het verweer geen reden om de sanctie aan te passen.
Wel is er sprake van een schending van de redelijke termijn van berechting. Volgens vaste rechtspraak bedraagt die termijn in Wahv-zaken in eerste aanleg twee jaar; die termijn begint op het moment dat door het bestuursorgaan tegenover de beboete persoon een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat hem een boete zal worden opgelegd. De procedure in administratief beroep is in deze termijn begrepen. De termijn eindigt met de uitspraak van de kantonrechter. De inleidende beschikking is verstuurd op 9 februari 2023 en deze uitspraak is gedaan op 11 februari 2025. Daarom is sprake van een overschrijding van de redelijke termijn van berechting in de zin van artikel 6, eerste lid, van het EVRM. De kantonrechter zal het sanctiebedrag met 25% matigen tot
€ 241,50, inclusief administratiekosten.
De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • wijzigt de inleidende beschikking en matigt het sanctiebedrag tot € 241,50, inclusief administratiekosten;
  • bepaalt dat het teveel betaalde aan zekerheidstelling aan betrokkene moet worden terugbetaald.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: