Op 4 maart 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag. De rechtbank oordeelde dat de poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen was, maar dat het niet aan de verdachte kon worden toegerekend. De verdachte had op 25 juli 2023 zijn partner aangevallen, waarbij hij haar tegen de grond sloeg, bovenop haar ging zitten en haar met zijn handen en een voorwerp in het gezicht en tegen het lichaam sloeg. De rechtbank concludeerde dat de verdachte onder invloed van auditieve hallucinaties handelde, wat leidde tot een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. Ondanks het advies van deskundigen voor tbs met voorwaarden, was het niet mogelijk om deze maatregel te realiseren. De rechtbank oordeelde dat enkel tbs met dwangverpleging overbleef om het recidivegevaar te beteugelen en de veiligheid van anderen te waarborgen. De verdachte werd ontslagen van alle rechtsvervolging, maar er werd wel een tbs-maatregel opgelegd.