Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.[broer 1] ,
2.[broer 2] ,
1.De verdere procedure in conventie en in reconventie
2.De verdere beoordeling in conventie en in reconventie
- de wijze van verdeling van de nalatenschap vast te stellen volgens een nog nader kenbaar te maken voorstel;
- [zus] te veroordelen tot betaling van de kosten van de procedure, inclusief de nakosten, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en voor zover de voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf de termijn van voldoening.
- het saldo van de ING rekening € 4.296,78
- het saldo van de Rabobank rekening € 8.278,26
- de sieraden € 3.725,00
- de inboedel € 2.670,00
- de klok € p.m.
- het legaat aan [broer 1] : de inboedel € 2.670,00
- het legaat aan [zus] : de klok € p.m.
€ 5.433,35. De rechtbank merkt volledigheidshalve op dat erflaatster in haar testament haar afstammelingen heeft vrijgesteld van de verplichting tot inbreng van giften in de nalatenschap, zodat ook voor giften die zijn verricht ten tijde in van het oude erfrecht (tot 2003) geen inbrengverplichting geldt die bij de verdeling van belang zou kunnen zijn.
die ertoe strekt’ volgt dat sprake moet zijn van een bevoordelingsbedoeling, de wil tot bevoordeling.
mijn oude personen automobiel (Citroën)”.
De door [broer 1] gestelde gift van ƒ 20.000 aan kleinkind [naam 3] telt niet mee voor de legitieme omdat niet is gesteld of gebleken dat erflaatster deze gift heeft verricht in de periode van vijf jaar voor haar overlijden.
Van de gestelde betaling uit 2004 ten bedrage van € 2.500 voor [naam 3] ’s verzorging is niet gesteld of gebleken dat erflaatster daarmee de wil tot bevoordeling van [zus] had, zodat de rechtbank ook deze beweerde gift niet meetelt voor de legitieme.
€ 110.558,56aan giften in aanmerking dient te worden genomen bij de legitimaire massa. [zus] vordert vermeerdering met de wettelijke rente daarover vanaf 20 november 2020. Die vordering ontbeert echter iedere grondslag en zal daarom worden afgewezen.