5.3.Op 19 april 2023 is de hiervoor genoemde regeling voor immateriële schade verruimd in die zin dat onder meer vergoedingen die ter zake van immateriële schadevergoeding worden uitgekeerd, binnen huishoudens door het Instituut aan elkaar gelijk worden getrokken.De ratio hiervan is dat aangenomen wordt dat binnen een huishouden sprake is van eenzelfde mate van persoonsaantasting. Om in aanmerking te komen voor gelijktrekking moet worden voldaan aan de voorwaarden dat:
a. aanvrager minimaal 6 maanden ingeschreven stond op hetzelfde adres van degene met wie gelijkgetrokken wordt, en b. er minimaal een lichte aanwijzing (1) voor een persoonsaantasting is aangenomen bij bouwsteen 2 (veiligheid) of minimaal een lichte aanwijzing (1) voor een persoonsaantasting is aangenomen bij bouwsteen 3 (omvang schade)
.
Wat heeft het Instituut besloten?
6. In het bestreden besluit heeft het Instituut voor bouwsteen 1, de locatie van de woning, één punt toegekend. Bij bouwsteen 3, de omvang van de schade zijn twee punten toegekend omdat de woning van eiser in totaal € 10.874,55 aan fysieke schade door mijnbouw had.
De PIA leidde bij eiser tot profiel 4. De combinatie van de bouwstenen (totaal 3 punten) met het PIA-profiel 4 leidt volgens het Instituut tot het aannemen van een persoonsaantasting (categorie B). Hierbij hoort, zoals in de tabel naar voren komt, een vergoeding van € 1.500,-.
7. In geschil is of de aanvraag van eiser om vergoeding van immateriële schade door het Instituut op juiste wijze is beoordeeld en er terecht een vergoeding van €1.500,- is toegekend.
8. Eiser stelt dat de gestandaardiseerde methode die het Instituut hanteert om immateriële schade te begroten geen recht doet aan zijn persoonlijke situatie. De schade aan zijn woning die hij niet heeft gemeld maar wel zelf heeft hersteld, is ten onrechte niet meegenomen in de beoordeling. Hij was destijds niet op de hoogte van de mogelijkheid om voor die fysieke schade aan zijn woning een vergoeding te ontvangen. Dit mag hem nu niet worden tegengeworpen, temeer niet nu deze herstelwerkzaamheden een extra mentale belasting hebben gegeven. Het niet meewegen van deze schade is niet redelijk. Ook heeft het Instituut volgens eiser onvoldoende gemotiveerd waarom in zijn situatie niet is afgeweken van de standaardregeling. De uitkomst van de PIA heeft in zijn geval geleid tot profiel 4, dat staat voor ‘bijzonder ernstig ervaren leed’. Dat verhoudt zich niet met de toegekende vergoeding van € 1.500,-. Het model doet volgens eiser geen recht aan zijn persoonlijke omstandigheden en het Instituut had daarom moeten afwijken van de standaardprocedure.