Uitspraak
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.J.P. Raateland, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 januari 2025.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 21 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren/kantoor Eindhoven. Eiser had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 21 maart 2024, waarbij een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2021 was opgelegd. De inspecteur had een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 53.221 vastgesteld en daarnaast € 17 belastingrente in rekening gebracht. Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag en stelde dat hij recht had op aftrekbare scholingsuitgaven van € 1.600, wat door de inspecteur was afgewezen.
Tijdens de zitting op 11 december 2024 werd duidelijk dat partijen het erover eens waren dat eiser recht had op een aftrek van scholingsuitgaven van € 1.447. De rechtbank oordeelde dat de aanslag IB/PVV 2021 moest worden verminderd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 52.632. Daarnaast werd de inspecteur een dwangsom van € 23 opgelegd, omdat hij te laat uitspraak had gedaan op het bezwaar van eiser. De rechtbank vernietigde de uitspraak op bezwaar en bepaalde dat de inspecteur het griffierecht en de proceskosten van eiser moest vergoeden.
De rechtbank concludeerde dat het beroep gegrond was en dat de aanslag moest worden aangepast. Eiser had ook verzocht om vergoeding van verletkosten, maar de rechtbank oordeelde dat hij recht had op een vergoeding van € 63 voor de tijd die hij had besteed aan de zitting. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.