ECLI:NL:RBNNE:2025:4390
Rechtbank Noord-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- P.G. Wijtsma
- R. Krikke
- Rechtspraak.nl
Verkeersovertreding door doorrijden bij rood verkeerslicht met gevolgen voor de boete
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 25 september 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een boete die was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had op 24 juni 2024 om 15:54 uur een verkeerslicht dat op rood stond genegeerd terwijl hij met zijn personenauto, kenteken onbekend, de Sontweg kruising Europaweg in Groningen passeerde. De opgelegde boete bedroeg € 309,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting heeft betrokkene verklaard dat hij dacht dat het veilig was om door te rijden, omdat het verkeerslicht op oranje stond toen hij de stopstreep passeerde. Hij gaf aan dat er een grote trailer voor hem reed, waardoor hij niet goed kon zien of het verkeerslicht op rood of oranje stond. De vertegenwoordigster van de officier van justitie heeft echter betoogd dat de verkeersovertreding kan worden vastgesteld, ongeacht de omstandigheden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verplichting om te stoppen voor rood licht niet vervalt, ook niet als het verkeerslicht pas na het passeren van de stopstreep op rood springt. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat betrokkene door rood is gereden en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een matiging van de boete. Het beroep is ongegrond verklaard.