Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 3:4
1. Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit.
2. De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
1. Een bestuursorgaan verstrekt slechts subsidie op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt.
Artikel 4:29
Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald kan voorafgaand aan een subsidievaststelling een beschikking omtrent subsidieverlening worden gegeven, indien een aanvraag daartoe is ingediend voor de afloop van de activiteit of het tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd.
Artikel 4:42
De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag overeenkomstig afdeling 4.2.7.
1. Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stelt het bestuursorgaan de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.
2. De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:
de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;
de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;
de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of
e subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten.
Kaderwet VWS-subsidies
Artikel 3
1. Onverminderd hoofdstuk 3 van de Financiële-verhoudingswet kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van Onze Minister de activiteiten waarvoor een subsidie of een specifieke uitkering kan worden verstrekt nader worden bepaald alsmede andere criteria voor die verstrekking worden vastgesteld.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van Onze Minister kunnen voorts regels worden gesteld met betrekking tot:
het bedrag van de subsidie of specifieke uitkering dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;
de aanvraag van de subsidie of specifieke uitkering en de besluitvorming daarover;
de voorwaarden waaronder een subsidie of een specifieke uitkering kan worden verleend;
e verplichtingen verbonden aan de subsidie of de specifieke uitkering;
de vaststelling van de subsidie of specifieke uitkering;
de intrekking en wijziging van de subsidieverlening, subsidievaststelling of verlening of vaststelling van de specifieke uitkering;
de betaling van de subsidie of specifieke uitkering en de verlening van voorschotten;
et verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk, bedoeld in artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht.
Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19
Artikel 1
derde: persoon, anders dan een werknemer, die bij een zorgaanbieder werkzaamheden verricht of heeft verricht op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek gesloten met een ander dan de zorgaanbieder, een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 400 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, of overeenkomst van aanneming van werk als bedoeld in artikel 750 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
zorgprofessional: een werknemer of derde die werkzaamheden heeft verricht tijdens de COVID-19 uitbraak bij de zorgaanbieder.
Artikel 3
De minister kan subsidie verstrekken aan zorgaanbieders voor het uitkeren van een bonus aan een zorgprofessional.
1. Subsidie wordt enkel verstrekt aan zorgaanbieders die op 1 september 2020 in het handelsregister stonden ingeschreven, met ten minste twee werkzame personen en met een hoofd- of nevenactiviteit met een SBI-code die in Bijlage 1 is opgenomen.
2. In afwijking van het eerste lid, kan subsidie worden verstrekt aan een zorgaanbieder indien uit de aanduiding waarmee de zorgaanbieder op 1 september 2020 is ingeschreven in het handelsregister, naar het oordeel van de minister blijkt dat de zorgaanbieder een hoofd- of nevenactiviteit uitvoert die in Bijlage 1 is opgenomen.
1. De subsidieaanvraag wordt uiterlijk 10 november 2020 om 23.59 uur door de minister ontvangen, tenzij naar het oordeel van de minister sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 15a
De minister kan een of meer bepalingen van hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.