ECLI:NL:RBNNE:2025:3836

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 augustus 2025
Publicatiedatum
23 september 2025
Zaaknummer
11345940 BU VERZ 24-2422
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete wegens verkeerslichtovertreding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 8 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een boete die was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had een boete van € 289,00 ontvangen voor het negeren van een rood verkeerslicht op 27 november 2023 op de Sontweg in Groningen. De betrokkene stelde dat hij voor het verkeerslicht had gestopt en had gewacht tot het licht weer groen werd. De officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting werd de snelheid van de betrokkene tussen twee foto's vastgesteld op gemiddeld 43 km per uur. De kantonrechter oordeelde dat, gezien deze snelheid en de remweg van een voertuig, het onaannemelijk was dat de betrokkene niet onder het verkeerslicht was doorgereden. De kantonrechter concludeerde dat de verkeersovertreding kon worden vastgesteld en dat er geen aanleiding was om de boete te matigen. De uitspraak werd onmiddellijk na de behandeling gedaan, waarbij de kantonrechter het beroep ongegrond verklaarde. De betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 262695964
zaaknummer: 11345940 BU VERZ 24-2422
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 8 augustus 2025
in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die is gevestigd in [vestigingsplaats] ,
gemachtigde: M.J.M. Bergers, Boete.nu.

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat’, verricht op 27 november 2023, om 27 november 2023 uur, op de Sontweg kruising met de Europaweg in Groningen, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 289,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 8 augustus 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was aanwezig als vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. M. Kalsbeek.
1.3
Na afloop van de behandeling heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Hij oordeelt dat het beroep ongegrond is. De kantonrechter zal hierna uitleggen waarom hij dat doet.
Standpunten
3. Betrokkene voert aan dat hij de stopstreep wel voorbij is gereden, maar dat hij het rode verkeerslicht niet heeft genegeerd. Hij is namelijk gestopt vóór het verkeerslicht en hij heeft daar gewacht tot het licht weer groen werd.
4. De vertegenwoordigster stelt zich op het standpunt dat het beroep ongegrond verklaard moet worden. De snelheid op de foto’s in het dossier wordt geregistreerd vanaf de eerste foto. Gelet op de snelheid en de remweg van een voertuig is het onaannemelijk dat betrokkene is gestopt voor het verkeerslicht.
Overwegingen
5. Betrokkene betwist de verkeersovertreding. In zaken op grond van de Wahv is de verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht in beginsel voldoende voor het vaststellen van de verkeersovertreding, tenzij concrete omstandigheden worden aangevoerd die aanleiding geven tot twijfel.
6. Op de foto’s in het dossier is inderdaad niet te zien dat betrokkene onder het verkeerslicht is doorgereden. Echter reed betrokkene tussen foto 1 en foto 2 met een snelheid van gemiddeld 43 km per uur. Gelet op deze snelheid en de remweg van een voertuig acht de kantonrechter het onaannemelijk dat de bestuurder niet onder het verkeerslicht is doorgereden. Daar komt bij dat de detectorsnelheidsmeter de meting had afgekeurd en geen snelheid had weergegeven als de bestuurder sterk had afgeremd. [1] De verkeersovertreding kan worden vastgesteld. De kantonrechter ziet geen aanleiding om de boete te matigen.

Conclusie

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
mr. M. Hidding, griffier mr. P.G. Wijtsma, kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden 26 februari 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:1086, r.o. 6.