ECLI:NL:RBNNE:2025:3836
Rechtbank Noord-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- P.G. Wijtsma
- M. Hidding
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen opgelegde boete wegens verkeerslichtovertreding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 8 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een boete die was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had een boete van € 289,00 ontvangen voor het negeren van een rood verkeerslicht op 27 november 2023 op de Sontweg in Groningen. De betrokkene stelde dat hij voor het verkeerslicht had gestopt en had gewacht tot het licht weer groen werd. De officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting werd de snelheid van de betrokkene tussen twee foto's vastgesteld op gemiddeld 43 km per uur. De kantonrechter oordeelde dat, gezien deze snelheid en de remweg van een voertuig, het onaannemelijk was dat de betrokkene niet onder het verkeerslicht was doorgereden. De kantonrechter concludeerde dat de verkeersovertreding kon worden vastgesteld en dat er geen aanleiding was om de boete te matigen. De uitspraak werd onmiddellijk na de behandeling gedaan, waarbij de kantonrechter het beroep ongegrond verklaarde. De betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.