Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 september 2025 in de zaak tussen
[eiser 1] e.a., uit [woonplaats] , eisers I
[eiser 2] , uit [woonplaats] , eiser II
[eiser 3] en [eiser 4] , uit [woonplaats] , eisers III
Samenvatting
.Eisers krijgen dus gelijk en de beroepen zijn gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Procesverloop en relevante feiten
Beoordeling door de rechtbank
wellichtaan de grenswaarde van 50 dB(A) uit de Nota evenementen kan worden voldaan, maar dat daarmee nog niet is gezegd dat van de bassen (verschil tussen dB(A) en de dB(C) kan volgens de STAB in de woningen tot meer dan 20 dB oplopen) geen onduldbare hinder kan worden ondervonden. De rechtbank volgt het college dan ook niet.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt het besluit van 9 oktober 2023;
- draagt het college op binnen 12 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 184,- aan eisers I moet vergoeden;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 184,- aan eiser II moet vergoeden;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 187,- aan eisers III moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van in totaal € 907,- aan proceskosten aan eisers I;
- veroordeelt het college tot betaling van in totaal € 1.814,- aan proceskosten aan eiser II;
- veroordeelt het college tot betaling van € 1.814,- aan proceskosten aan eisers III.