Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
LTC Zweeloouit Zweeloo, de vergunninghouder
(gemachtigden: [persoon 1] en [persoon 2]).
Samenvatting
.Ook moet het college de Omgevingsdienst Drenthe (Omgevingsdienst) de aard van de omgeving laten kwalificeren (voorziening 2). In overweging 7.2. worden die voorlopige voorzieningen omschreven. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om het bestreden besluit en/of de omgevingsvergunning te schorsen. Ook ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om nu op het beroep van verzoekster te beslissen. Verzoekster krijgt in deze verzoekschriftprocedure dus gelijk en het verzoek om voorlopige voorziening wordt toegewezen. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in het bodemgeding niet.
Procesverloop
30 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, de gemachtigde van verzoekster, de gemachtigde van het college en de gemachtigden van de vergunninghouder.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
3.1. Verzoekster drijft Camping De Knieplanden (de camping) op het perceel Hoofdstraat 2 in Zweeloo. De vergunninghouder drijft tennisclub LTC Zweeloo op het perceel Hoofdstraat 30 in Zweeloo (het perceel). Op de tennisclub zijn onder meer drie tennisbanen aanwezig.
en 14 meter breed binnen de bestemming ‘Groen’. In het primaire besluit van 19 december 2024 heeft het college die vergunning verleend. Hiertegen hebben verzoekster en enkele omwonenden ieder afzonderlijk bezwaar gemaakt.
van 160 meter. Verzoekster meent dat de camping is gelegen in landelijk gebied. Verzoekster vreest dat vaste recreanten hun plek op de camping zullen opzeggen en dat tijdelijke gasten zullen wegblijven vanwege geluidsoverlast afkomstig van de padelbanen. Anders dan het college, acht verzoekster de aanwezigheid van een doodlopende weg en twee bosschages tussen de beoogde padelbanen en de camping niet doorslaggevend. Die weg kent weinig verkeer en de begroeiing is niet dusdanig sluitend dat deze als effectieve geluidsbarrière kan dienen. Het naast de camping gelegen zwembad is beperkt geopend en kent niet de continue geluidsproductie die wel van padelbanen afkomstig is. Volgens verzoekster kan de aanvullende toelichting van de Omgevingsdienst van 21 april 2025 niet volstaan als akoestisch onderzoek. In die toelichting is niet deugdelijk gemotiveerd wat de exacte geluidsbelasting is op de camping en in hoeverre er een aanvaardbaar woon- en leefklimaat wordt gegarandeerd, aldus verzoekster. Verzoekster verzoekt de voorzieningenrechter om de omgevingsvergunning te schorsen tot ten minste zes weken na toezending van de uitspraak op haar beroep. Daarnaast verzoekt verzoekster de voorzieningenrechter om het gebruik van de padelbanen te verbieden op straffe van een dwangsom.
van 21 april 2025 (de e-mail). De vergunninghouder heeft daarmee een omgevingsvergunning verkregen waarbij aan alle vereisten is voldaan, aldus het college.
e-mailbericht niet door het college is betrokken in de volledige heroverweging, staat in dat bericht geen (aanvullende) informatie over de aard van de omgeving van de padelbanen dan wel een akoestische beoordeling van het verblijfsklimaat op de camping.
artikel 7:12, eerste lid, van de Awb.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
2. Bij het bepalen van het maximale geluidniveau (LAmax), bedoeld in Artikel 22.63 tot en met Artikel 22.67 en Artikel 22.69, blijft buiten beschouwing het geluid als gevolg van:
b. het verrichten in de open lucht van sportactiviteiten of activiteiten die hiermee in nauw verband staan.