ECLI:NL:RBNNE:2025:255

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
11235236 BU VERZ 24-1658
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake verkeersvoorschriften en opgelegde sanctie

Op 8 januari 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Betrokkene, die in een personenauto reed, werd beschuldigd van het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen op 12 augustus 2023. De opgelegde sanctie bedroeg € 119,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene voerde aan dat de bebording onduidelijk was en dat het bord nauwelijks zichtbaar was, vooral gezien de weersomstandigheden en de onbekendheid met het terrein. Hij stelde dat er sprake was van een fuik en dat een waarschuwing voldoende zou zijn geweest.

De vertegenwoordiger van de officier van justitie betoogde echter dat het beroep ongegrond verklaard moest worden, omdat het bord duidelijk zichtbaar was, zelfs in de gegeven omstandigheden. De kantonrechter concludeerde dat betrokkene de gedraging niet betwistte, maar slechts argumenten aanvoerde ter verklaring. De rechter oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om de sanctie te matigen of te vernietigen. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, waarbij hij benadrukte dat het bord voldoende zichtbaar was en dat een voorwaarschuwing niet noodzakelijk was. De uitspraak werd onmiddellijk na sluiting van het onderzoek gedaan, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 260169076
zaaknummer: [nummer]
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van
8 januari 2025 in het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

wonende in [woonplaats].
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. P.G. Wijtsma
als griffier : mr. W.B. Jongsma
Betrokkene is op de zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. P. Belopavlovic (hierna: de vertegenwoordiger).
De verweten gedraging betreft ‘als bestuurder handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen’, verricht op 12 augustus 2023, om 11:39 uur, locatie: Reeweg in Ballum, met een personenauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene voert, onder verwijzing naar foto’s, aan dat de bebording onduidelijk was. Op de eerste foto is te zien waar hij rechtsaf is geslagen. Het bord is op deze locatie nauwelijks zichtbaar; als het bord verder naar achteren was geplaatst, zou het beter zichtbaar zijn. Daarnaast was het regenachtig. Bovendien had de gemeente een waarschuwingsbord kunnen plaatsen om de situatie duidelijker te maken. Het is onbekend terrein voor betrokkene en door de spaghetti aan in- en uitritjes is hij deze weg ingereden. Er was toen geen uitweg meer om dit te herstellen. Dit betekent dat sprake is van een fuik. Een waarschuwing was ook voldoende geweest, en er ontstond geen gevaarlijke situatie.
De vertegenwoordiger is van mening dat het beroep ongegrond moet worden verklaard. Ter plaatse is sprake van een rustig straatbeeld, waardoor het bord eruit springt. Het had misschien een paar meter naar rechts gekund, maar als je naar de foto van betrokkene kijkt dan is deze vrij rechts tegen de grasrand genomen. Een bestuurder van een auto zou meer naar links zitten, waardoor de hoek duidelijker wordt. Betrokkene had het bord daarom moeten zien.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
Betrokkene betwist de gedraging niet, maar voert argumenten aan om deze te verklaren. Daarmee is de gedraging komen vast te staan. Vervolgens is de vraag of er feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een wijziging van de sanctie.
De kantonrechter ziet geen reden om de sanctie te matigen of te vernietigen. Betrokkene had het bord moeten zien. Op de eerste foto die betrokkene als fietser heeft genomen is het bord nog steeds te zien. Daarnaast zat betrokkene in een auto ten tijde van de gedraging en dus ook meer naar links. Het bord is voldoende zichtbaar, ook als het regenachtig is. Daarnaast is een voorwaarschuwing niet noodzakelijk, dit kan wel een suggestie zijn voor de gemeente. Tot slot is geen sprake van een fuik wanneer vóór de geslotenverklaring nog eenvoudig kan worden gekeerd.
De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: