ECLI:NL:RBNNE:2025:253

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
11049231 BU VERZ 24-701
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onvoldoende duidelijkheid verkeerssituatie leidt tot gegrondverklaring beroep tegen parkeerboete

Op 8 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een beroep van een betrokkene die een parkeerboete heeft ontvangen voor het parkeren op een plek waar dat volgens de officier van justitie niet was toegestaan. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M. Lagas van Appjection B.V., betwistte de boete en stelde dat de verkeerssituatie ter plaatse onduidelijk was. Hij voerde aan dat er geen duidelijke aanduidingen waren die aangaven dat het betreffende vak geen parkeervak was, en dat de plek door de gemiddelde weggebruiker als parkeervak werd gezien.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verkeerssituatie op de Zuiderkade in Franeker, gemeente Waadhoeke, verwarrend was. De kantonrechter, mr. P.G. Wijtsma, concludeerde dat de gedraging niet kon worden vastgesteld vanwege de onduidelijke verkeerssituatie. De verschillende manieren waarop parkeervakken waren aangegeven, zoals door belijning, bestrating en paaltjes, droegen bij aan deze onduidelijkheid. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de beslissing van de officier van justitie, evenals de inleidende beschikking.

Daarnaast werd de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, die in totaal € 1.219,00 bedroegen. De kantonrechter wees erop dat met ingang van 1 januari 2024 uitbetalingen van sancties uitsluitend op naam van de betrokkene moeten plaatsvinden, en dat hij niet bevoegd was om te beslissen over de wijze van uitbetalen. De uitspraak biedt inzicht in de noodzaak van duidelijke verkeersborden en markeringen om verwarring bij weggebruikers te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 259985659
zaaknummer: [nummer]
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan ter openbare zitting van 8 januari 2025 op het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene],

wonende in [woonplaats],
hierna te noemen: betrokkene
(gemachtigde: mr. M. Lagas, Appjection B.V.).
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. P.G. Wijtsma
als griffier : mr. W.B. Jongsma
Betrokkene is op de zitting verschenen. Als zijn gemachtigde is verschenen F.T.V. Fleuren, kantoorgenoot van mr. Lagas. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. P. Belopavlovic (hierna: de vertegenwoordiger).
De verweten gedraging betreft ‘
een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone))’, verricht op 23 juli 2023 om 00:40 uur aan de Zuiderkade in Franeker, gemeente Waadhoeke, met een personenauto gekentekend [kenteken].
Betrokkene stelt dat er geen aanduiding of bord staat en dat alleen bewoners van de buurt weten dat enkel op de plek waar hij geparkeerd staat, niet geparkeerd mag worden. Op de hoorzitting heeft betrokkene verklaard dat hij als bijlage willekeurige foto’s heeft meegestuurd waarop duidelijk is te zien dat er meerdere voertuigen op de desbetreffende plek parkeren en ook zullen blijven parkeren. aangezien er geen aanduiding op de grond is gemarkeerd of een bord staat waarin duidelijk wordt aangegeven dat het vak geen parkeervak is in tegenstelling tot de andere parkeervakken. Dit maakt volgens betrokkene dat men het vak als parkeervak beschouwt. Hij stelt dat het duidelijk dient te worden aangegeven, door middel van markering of een bord, zoals in alle andere situaties. In dit geval was betrokkene op vakantie en leende hij de auto uit aan zijn broertje. Hij heeft hier een keer eerder geparkeerd en toen heeft hij een waarschuwing gekregen, maar zijn broertje heeft niets meegekregen van deze waarschuwing en heeft daar vervolgens geparkeerd.
Gemachtigde stelt namens betrokkene dat de locatie zich voor de gemiddelde weggebruiker voordoet als een parkeervak en dat zodoende niet in strijd is gehandeld met het parkeerverbod. Slechts wanneer buiten een parkeervak wordt geparkeerd, handelt men in strijd met een parkeerverbod(szone). Betrokkene heeft na het lezen van het zaakoverzicht nog foto’s gemaakt van de situatie. Op die foto’s is ook zichtbaar dat meerdere bewoners de locatie gebruiken als parkeervak. In combinatie met de verschillende betegeling van de rijbaan, doet de desbetreffende parkeerplaats zich voor als een parkeervak.
De vertegenwoordiger is van mening dat het beroep gegrond moet worden verklaard. Als men kijkt naar de hele Zuiderkade dan worden parkeervakken op verschillende manieren weergegeven. Soms donkere stenen, soms belijning en soms door een afwijkend straatpatroon. Daarnaast staan er veel paaltjes om aan te geven waar niet geparkeerd mag worden. Het is begrijpelijk dat betrokkene deze plek heeft aangezien voor een parkeervak.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
De beroepsgronden slagen. De gedraging kan niet worden vastgesteld gelet op de onduidelijke verkeerssituatie. Op verschillende manieren is op de plek in kwestie aangegeven waar geparkeerd mag worden, soms door belijning, soms door bestrating en soms door paaltjes; hierdoor is de verkeerssituatie onduidelijk. De kantonrechter zal het beroep gegrond verklaren.
Daarom zijn er termen aanwezig om de door betrokkene gemaakte kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand te vergoeden. Ingevolge de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht worden toegekend voor het indienen van het administratief beroepschrift één punt ter waarde van € 647,00, voor het indienen van het beroepschrift bij de kantonrechter één punt ter waarde van € 907,00 en voor het verschijnen op de zitting één punt ter waarde van € 907,00. Gelet op de aard van de zaak en conform de lijn van het hof, past de kantonrechter de wegingsfactor 0,5 (gewicht van de zaak = licht) toe. Aldus zal de kantonrechter de officier van justitie veroordelen in de kosten tot een bedrag van
€ 1.219,00.
Met ingang van 1 januari 2024 is in artikel 13a, derde en vierde lid, van de Wahv bepaald dat uitbetalingen ingevolge een beslissing op het administratief beroep of een uitspraak op beroep op grond van deze wet uitsluitend plaatsvinden op een bankrekening die op naam staat van degene aan wie de beschikking van de administratieve sanctie is opgelegd. Er is geen overgangsrecht van toepassing en deze vorderingen tot uitbetaling zijn niet vatbaar voor vervreemding of verpanding. Gelet op de jurisprudentie van het hof Arnhem-Leeuwarden is de kantonrechter niet bevoegd om te beslissen over de wijze van uitbetalen.
De kantonrechter:
-
verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
- vernietigt die beslissing;
- verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gegrond;
- vernietigt die inleidende beschikking;
- bepaalt dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt;
- veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten op € 1.219,00;
- verklaart zich niet bevoegd om te beslissen over de wijze van uitbetalen.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: