Op 8 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een beroep dat is ingediend door een betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M. Lagas van Appjection B.V., tegen een beslissing van de officier van justitie. De betrokkene was beschuldigd van het overtreden van verkeersvoorschriften door 19 km per uur te hard te rijden op de autosnelweg buiten de bebouwde kom. De opgelegde sanctie bedroeg € 191,00, inclusief administratiekosten.
De gemachtigde heeft administratief beroep ingesteld tegen de inleidende beschikking, welke door de officier van justitie op 8 mei 2024 is vernietigd. De kantonrechter heeft de behandeling van de zaak geschorst in afwachting van relevante arresten van het hof Arnhem-Leeuwarden. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde betoogd dat artikel 13a van de Wahv niet van toepassing is op de proceskostenvergoeding door de officier van justitie, en dat deze vergoeding moet worden berekend op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De kantonrechter heeft de beroepsgrond van de gemachtigde gehonoreerd en geoordeeld dat de verlaagde procespuntwaarde in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk vernietigd en de hoogte van de proceskostenvergoeding vastgesteld zonder toepassing van de verminderingsfactor. De totale proceskostenvergoeding is vastgesteld op € 1.219,00, verminderd met de al toegekende vergoeding van € 78,00. De kantonrechter heeft zich niet bevoegd verklaard om te beslissen over de wijze van uitbetalen van de proceskostenvergoeding.