ECLI:NL:RBNNE:2025:2431

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 juni 2025
Publicatiedatum
20 juni 2025
Zaaknummer
KL 11408950 \ CV EXPL 24-6215 (T)
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit warmtepomp en bewijslastverdeling in consumentenkoop

In deze zaak heeft eiser 1 een warmtepompsysteem aangeschaft van gedaagde, maar stelt dat het systeem niet naar behoren functioneert. Eiser 1 heeft de koopovereenkomst ontbonden en vordert terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat de problemen zijn ontstaan door ondeugdelijke installatie door eiser 1. De kantonrechter oordeelt dat eiser 1 moet bewijzen dat het warmtepompsysteem deugdelijk is geïnstalleerd. De procedure omvat een tussenvonnis van 4 februari 2025 en een mondelinge behandeling op 8 mei 2025. De kantonrechter overweegt dat het bewijsvermoeden van artikel 7:18a lid 2 BW niet van toepassing is, omdat gedaagde in bewijsnood is geraakt door de demontage van het systeem door eiser 1. De kantonrechter draagt eiser 1 op om bewijs te leveren van de deugdelijkheid van de installatie. De zaak wordt aangehouden voor verdere bewijslevering en de mogelijkheid van getuigenverhoren.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer: 11408950 \ CV EXPL 24-6215
Vonnis van 24 juni 2025
in de zaak van

1.[eiser 1] , hierna te noemen [eiser 1] ,

2.
[eiseres 2],
te [woonplaats] ,
eisende partijen,
gemachtigde: mr. S.J. Boonstra,
tegen
[gedaagde]
,
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. S.G.M. Thannhauser.
De zaak in het kort
[eiser 1] heeft een warmtepompsysteem gekocht van [gedaagde] en heeft deze zelf - met hulp van een collega - geïnstalleerd. Volgens [eiser 1] werkt het warmtepompsysteem niet naar behoren en komt dat doordat [gedaagde] ondeugdelijke producten heeft geleverd. [eiser 1] heeft daarom de koopovereenkomst ontbonden en wil dat [gedaagde] de koopsom en een schadevergoeding aan hem (terug)betaalt. [gedaagde] is het daar niet mee eens. Hij vindt dat hij deugdelijke producten heeft geleverd en dat [eiser 1] zelf fouten heeft gemaakt bij de installatie. De kantonrechter is van oordeel dat [eiser 1] moet bewijzen dat het warmtepompsysteem deugdelijk is geïnstalleerd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 februari 2025
- de aanvullende productie van [eiser 1]
- de mondelinge behandeling van 8 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
[gedaagde] is dealer van warmtepompen.
2.2.
Op 1 augustus 2022 hebben [eiser 1] en [gedaagde] een overeenkomst gesloten op grond waarvan [gedaagde] een warmtepompsysteem heeft geleverd aan [eiser 1] voor een bedrag van € 8.850,01. Het warmtepompsysteem bestaat uit drie warmtepompen, die door partijen solarboxen worden genoemd.
2.3.
De levering heeft plaatsgevonden op 2 augustus 2022. Op de factuur staat vermeld: ‘Leveren en monteren warmtepompsysteem’. Partijen hebben afgesproken dat dit op de factuur werd vermeld, omdat dit een vereiste was vanuit de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor het ontvangen van de ISDE-subsidie.
2.4.
[eiser 1] heeft zelf, althans met behulp van derden, het benodigde leidingwerk aangelegd en het warmtepompsysteem gemonteerd, aangesloten en getest.
2.5.
Op 4 oktober 2022 heeft [eiser 1] het warmtepompsysteem in gebruik genomen.
2.6.
Omdat het warmtepompsysteem niet naar wens functioneerde, heeft [eiser 1] contact opgenomen met [gedaagde] . Op 28 oktober 2022 is [gedaagde] bij [eiser 1] langs geweest.
2.7.
In de periode daarna hebben partijen elkaar een aantal e-mails gestuurd, waarin [eiser 1] heeft geschreven dat het warmtepompsysteem niet goed werkt en dat [gedaagde] dat moet oplossen. [gedaagde] heeft daarop geantwoord dat hij het warmtepompsysteem op 28 oktober 2022 als service werkend heeft gemaakt, maar dat het probleem binnen enkele weken zal terugkeren als blijkt dat het warmtepompsysteem niet goed is gemonteerd. [gedaagde] heeft verder geschreven dat het niet zijn taak is om de gehele installatie opnieuw te monteren.
2.8.
De problemen met het warmtepompsysteem hielden echter aan. Op 30 november 2022 is [gedaagde] opnieuw bij [eiser 1] langs gegaan, samen met de importeur van de warmtepompen, de heer A. Schipper (hierna: Schipper). Ook dit bezoek heeft de problemen met het warmtepompsysteem niet (definitief) verholpen.
2.9.
Per e-mail van 26 oktober 2023 heeft de gemachtigde van [eiser 1] [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de door [eiser 1] geleden en nog te lijden schade met betrekking tot het functioneel in werking krijgen van het gehele warmtepompsysteem.
2.10.
Per e-mail van 29 november 2023 is hierop namens [gedaagde] gereageerd. In deze e-mail staat dat het warmtepompsysteem conform de overeenkomst is geleverd en dat de gebreken die [eiser 1] ervaart, zijn veroorzaakt door een gebrekkige montage.
2.11.
[eiser 1] heeft Energiewacht BV (hierna: Energiewacht) ingeschakeld. Op 21 januari 2023, 17 april 2023 en 2 december 2023 is een monteur van Energiewacht bij [eiser 1] geweest om het warmtepompsysteem te onderzoeken en werkzaamheden te verrichten. In een reparatieverslag van 17 december 2023 staat, voor zover van belang:
Solarbox 1
(…) Lekkage bij de drukzender verholpen. Deze zit in het binnen deel van de solarbox. Hier lekte koudemiddel uit het interne leidingwerk. Leidingwerk bij T-stuk (na het interne drukmeetpunt) heb ik gesoldeerd. Hier was een lekkage aanwezig. Klein stukje koper moeten plaatsen met een meetpunt. Tevens was er lekkage bij de aansluiting van de interne drukzender zelf. Dit kwam door te weinig afdichtmiddel (Af Fabriek) op de aansluiting van de drukzender. Dit opgelost door het reinigen van de aansluiting en opnieuw monteren (vastzetten) van de drukzender met genoeg afdichtmiddel. Daarna complete koudemiddelhandeling uitgevoerd. (…)
Solarbox 2
Visuele controle uitgevoerd, geen handelingen verricht verder.
Deze werkt nu wel maar met zeer veel ijsvorming op het dak. (…) Er was zeer veel condens op de leidingen in het binnen deel van de solarbox dat vervolgens op het interne elektrische gedeelte druppelt. Dit condens ontstaat doordat de interne leidingen extreem koud worden door ijsafzetting. Condens is slecht voor het rendement. Dit condenswater druppelt op de relais (…). Het relais is gedoemd defect te raken als deze nat wordt. (…)
Solarbox 3
(…) Het gesloten koudemiddelsysteem in zijn geheel kende na deze testperiode van 7 maanden nog geen enkele drukdaling. Conclusie: Solarbox 3 is dicht!
(…) Solarbox 3 weer werkend afgeleverd. Na één week kreeg deze solarbox alweer lage druk storing. (…) Lage druk ontstaat doordat de bron (de buitencollector) te koud is en/of te weinig koudemiddel vulling heeft. Hierdoor functioneert het systeem slecht. Conclusie: de solarbox lekt alleen als de interne compressor werkt. Het lek is niet te vinden. (…)
Algehele conclusie: Het hele systeem functioneert slecht. Door veel ijsafzetting en lage druk. Het rendement is slecht doordat er allemaal ijsafzetting op het buiten paneel komt, waardoor het koudemiddel heel koud wordt en er weinig warmte uit het paneel te halen is. De juiste temperaturen kunnen nauwelijks worden behaald en ook nog met een hoog energieverbruik.
2.12.
De gemachtigde van [eiser 1] heeft in een e-mail van 19 februari 2024 aan [gedaagde] geschreven dat [eiser 1] de koopovereenkomst tussen partijen wil ontbinden. [eiser 1] heeft betaling gevorderd van de koopsom van € 8.850,01 en een schadevergoeding van € 4.415,19. Ook staat in deze e-mail dat [eiser 1] , na bevestiging van de ontbinding door [gedaagde] , de warmtepompen zal terugbrengen.
2.13.
Namens [gedaagde] is hierop gereageerd per e-mail van 9 april 2024. In deze e-mail staat dat het warmtepompsysteem conform de overeenkomst is geleverd, dat het gebrek is te wijten aan een verkeerde installatie en dat [gedaagde] de aansprakelijkheid afwijst.
2.14.
Eind 2024 heeft [eiser 1] het warmtepompsysteem laten demonteren.

3.Het geschil

3.1.
[eiser 1] vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. een verklaring voor recht dat de tussen partijen gesloten koopovereenkomst op 19 februari 2024 is ontbonden,
II. veroordeling van [gedaagde] tot terugbetaling van het aankoopbedrag van het warmtepompsysteem van € 8.850,01, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2024,
III. veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 12.873,72 aan schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2024,
IV. veroordeling van [gedaagde] tot het ophalen van het warmtepompsysteem bij [eiser 1] binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan [gedaagde] een dwangsom verbeurt van € 250,00 per dag met een maximum van € 10.000,00,
V. veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.200,61,
VI. veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis.
3.2.
De onder III. gevorderde schadevergoeding van € 12.873,72 is door [eiser 1] als volgt gespecificeerd:
- Energiewacht
€ 367,80
- Aanschaf buffervat/boiler
€ 1.929,95
- Aansluiten warmtepomp op leidingwerk cv-installatie, inclusief montage en opstelling buffervat/boiler
€ 6.226,08
- Aansluiten cv-ketel als overbrugging
€ 398,36
- Demonteren warmtepompsysteem
€ 3.260,95
- Huur vorstvrije ruimteopslag
€ 302,50
- Extra verbruik gas
€ 388,03
3.3.
[gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser 1] , met veroordeling van [eiser 1] in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Vast staat dat het warmtepompsysteem niet naar behoren functioneert
4.1.
[eiser 1] heeft aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat het warmtepompsysteem niet goed functioneert. Het systeem vertoont foutcodes vanwege een te lage druk, er zijn grote temperatuurverschillen tussen de drie solarboxen, er is sprake van veel ijsafzetting, en het verbruik is erg hoog. Dit maakt dat de warmtepomp niet geschikt is voor normaal gebruik. Volgens [eiser 1] komt dit doordat het warmtepompsysteem ondeugdelijk was ten tijde van de levering.
4.2.
[gedaagde] heeft niet betwist dat het warmtepompsysteem niet naar behoren functioneert en dat het niet geschikt is voor normaal gebruik, zodat dit vast is komen te staan. Hij is echter van mening dat dit niet wordt veroorzaakt door de door hem geleverde producten, maar door een ondeugdelijke installatie door [eiser 1] zelf.
Het bewijsvermoeden van artikel 7:18a lid 2 BW blijft buiten toepassing
4.3.
De kernvraag die voorligt in deze zaak is of het warmtepompsysteem bij aflevering al ondeugdelijk was of dat de problemen zijn ontstaan door een verkeerde installatie door [eiser 1] . De kantonrechter overweegt dat sprake is van een consumentenkoop, omdat [eiser 1] heeft gehandeld als consument en [gedaagde] heeft gehandeld in de uitoefening van zijn bedrijf. Dat betekent dat artikel 7:18a lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) van toepassing is. Daarin staat - kort gezegd - dat bij een consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien het gebrek zich binnen één jaar na aflevering openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont. In dit geval heeft [eiser 1] ongeveer 2,5 maand (en dus binnen een jaar) na aflevering geklaagd over gebreken aan het warmtepompsysteem. Daarom wordt in beginsel vermoed dat het warmtepompsysteem ten tijde van de aflevering al niet deugdelijk was, en is het aan [gedaagde] om het tegendeel te bewijzen.
4.4.
[gedaagde] heeft het volgende aangevoerd ter onderbouwing van zijn standpunt dat het door hem geleverde systeem in orde was en dat de klachten zijn ontstaan door een ondeugdelijke installatie door [eiser 1] :
  • Voor aflevering zijn de solarboxen in de fabriek getest en goedgekeurd.
  • Bij aflevering was de verpakking van de solarboxen schoon. Als er sprake was van een lekkage van koelmiddel, dan was dat zichtbaar geweest omdat de verpakking dan vies was geworden.
  • In de panelen van de warmtepomp zijn zes voorgeboorde gaten aanwezig, maar [eiser 1] heeft deze niet gebruikt. In plaats daarvan heeft [eiser 1] dwars door de panelen geschroefd, rakelings langs de koelleidingen die door de panelen. Dit kan de werking van het systeem nadelig beïnvloeden.
  • De isolatie aan de achterzijde van de boxen is niet correct aangebracht. Dit leidt tot condensvorming en op termijn tot roestvorming. Dit tast de levensduur van het systeem aan en vermindert het rendement.
  • Bij het buffervat zijn twee voelers zichtbaar. De derde ontbreekt en bevindt zich elders in het buffervat. Daardoor worden temperaturen niet consistent gemeten en reageert het warmtepompsysteem afwijkend. Bovendien bevat het buffervat diverse leidingen en spiralen die de temperatuurverdeling negatief beïnvloeden. Hierdoor ontstaan significante temperatuurverschillen tussen de boven- en onderzijde van het buffervat, wat een nadelige invloed heeft op de werking van het warmtepompsysteem.
  • De vloerverwarming is niet uitgevoerd met open verdelers. De huidige verdeler met pomp moet het water mengen en dat levert een groot verlies van warmte op.
  • Eén van de drie solarboxen wordt gebruikt voor tapwater en de andere twee voor vloerverwarming. Hierdoor is het beschikbare vermogen voor de vloerverwarming met 33 % verminderd. Dat leidt tot verlies van warmte, inefficiënte verwarming, hoger stroomverbruik en storingen zoals ijsvorming en lage druk.
4.5.
In reactie hierop heeft [eiser 1] aangevoerd dat het testrapport van de fabriek in het Portugees en niet goed leesbaar is en dat [gedaagde] altijd al wist dat [gedaagde] geen open verdelers had voor de vloerverwarming. [gedaagde] had hem daarover moeten adviseren als dit niet goed was. Verder heeft [eiser 1] aangevoerd dat hij een demo-installatie van [gedaagde] heeft bezocht en dat daar ook dwars door de platen was geboord. Op de overige punten is [eiser 1] niet ingegaan.
4.6.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [gedaagde] voldoende onderbouwd dat de gebrekkige werking van het warmtepompsysteem te wijten kan zijn aan de (wijze van) installatie door [eiser 1] . Omdat [eiser 1] het warmtepompsysteem en de installatie heeft laten demonteren, is [gedaagde] echter niet (meer) in staat om dit te bewijzen, bijvoorbeeld aan de hand van een deskundigenbericht.. Dat zou betekenen dat de kantonrechter op grond van artikel 7:18a lid 2 BW zou moeten aannemen dat het warmtepompsysteem al bij aflevering ondeugdelijk was omdat het tegendeel niet bewezen kan worden.
4.7.
Onder bijzondere omstandigheden kan echter worden geoordeeld dat de eisen van redelijkheid en billijkheid meebrengen dat toepassing van een bijzondere regel van bewijslastverdeling, zoals artikel 7:18a lid 2 BW, achterwege moet blijven. [1] Naar het oordeel van de kantonrechter is in deze zaak sprake van dergelijke bijzondere omstandigheden. [gedaagde] is namelijk door toedoen van [eiser 1] in bewijsnood geraakt. De kantonrechter vindt in dit kader van belang dat [gedaagde] eerder, in het najaar van 2023 en daarmee ruim voordat [eiser 1] eind 2024 tot demontage van het warmtepompsysteem heeft besloten, heeft voorgesteld om een onafhankelijke deskundige in te schakelen en ook heeft aangeboden de kosten daarvan te betalen. [eiser 1] wilde daar niet op ingaan en is later zelf overgegaan tot het demonteren van het warmtepompsysteem, waardoor het bewijs verloren is gegaan. Gelet op deze handelswijze van [eiser 1] kan redelijkerwijs niet van [gedaagde] worden gevergd dat hij daarvan het (bewijs)risico draagt. Op grond hiervan is de kantonrechter van oordeel dat de toepassing van artikel 7:18a lid 2 BW achterwege moet blijven.
[eiser 1] moet bewijzen dat het warmtepompsysteem deugdelijk is geïnstalleerd
4.8.
Het voorgaande betekent dat de hoofdregel van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van toepassing is. Op grond van die regel is het aan [eiser 1] om te stellen en zo nodig te bewijzen dat het warmtepompsysteem bij aflevering ondeugdelijk was. Dat het warmtepompsysteem niet functioneerde en daarmee gebrekkig was, is geen onderwerp van geschil. Het gaat dus enkel nog om de vraag of dat gebrek reeds bij aflevering aanwezig was. In het licht van het partijdebat in deze zaak komt het dan aan op de vraag of de installatie deugdelijk is uitgevoerd. Hiervoor is al overwogen dat [gedaagde] op dat punt in bewijsnood is geraakt door [eiser 1] doordat de installatie al is gedemonteerd, zodat een deskundige de installatie zoals deze was niet kan onderzoeken. Dat wil echter niet zeggen dat [eiser 1] niet meer aan zou kunnen tonen dat de installatie wél deugdelijk was, nu hij (mogelijk) over stukken (kan) beschikken die met die installatie van doen hebben dan wel getuigen kan horen over de wijze van installatie. De kantonrechter ziet daarom aanleiding om [eiser 1] in de gelegenheid te stellen om dat bewijs te leveren, waarbij de kantonrechter opmerkt dat het er dan om gaat dat het warmtepompsysteem (i) volgens de voorschriften en aanwijzingen van de fabrikant (ii) zonder noemenswaardige beschadiging van de door [gedaagde] geleverde onderdelen en (iii) overigens naar de eisen van goed en deugdelijk werk is geïnstalleerd. De zaak zal naar de rol worden verwezen, zodat [eiser 1] zich kan uitlaten over de vraag hoe hij dit bewijs wil leveren.
4.9.
Voor zover [eiser 1] dit bewijs wil leveren door middel van een deskundigenbericht moet hij in zijn akte ook aangeven dat en hoe er nog onderzoek door een deskundige naar (de deugdelijkheid van) zijn installatiewerkzaamheden mogelijk is en direct vragen voorstellen die hij in dat geval aan een deskundige zou willen voorleggen en een voorstel doen voor het aantal deskundigen en de persoon van de deskundige(n). Dit moet een onafhankelijke deskundige zijn, die vrijstaat ten opzichte van partijen en nog geen bemoeienis heeft gehad met deze kwestie. Als [eiser 1] dit doet, dan zal [gedaagde] vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om daarop te reageren en ook voorstellen te doen ten aanzien van de vragen, het aantal deskundigen en de persoon van de deskundige(n).
4.10.
Voor het geval [eiser 1] bewijs wil leveren door middel van het horen van getuigen, moeten partijen er rekening mee houden dat de kantonrechter aansluitend aan het getuigenverhoor een mondelinge behandeling kan houden om inlichtingen over de zaak te vragen, partijen gelegenheid te geven hun standpunten nader te onderbouwen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden. Zij moeten daarom in persoon op de getuigenverhoren verschijnen.
Mevrouw [eiseres 2] is geen contractspartij
4.11.
Tot slot overweegt de kantonrechter dat als mede-eiser optreedt mevrouw [eiseres 2] , de echtgenote van [eiser 1] . Zij is echter geen contractspartij van [gedaagde] noch op andere wijze in juridische zin betrokken bij de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst tussen [eiser 1] en [gedaagde] . De vorderingen zullen daarom te zijner tijd bij eindvonnis afgewezen worden voorzover deze (mede) door mevrouw [eiseres 2] zijn ingesteld.
4.12.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
draagt [eiser 1] op te bewijzen feiten en omstandigheden waaruit volgt dat het door [gedaagde] geleverde warmtepompsysteem deugdelijk door [eiser 1] is geïnstalleerd als hiervoor onder r.o. 4.8 bedoeld,
5.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
dinsdag 22 juli 2025voor uitlating door [eiser 1] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door een deskundigenbericht, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
5.3.
bepaalt dat, als [eiser 1] geen bewijs door het horen van getuigen wil leveren maar wel
bewijsstukkenwil overleggen, hij die stukken dan direct in het geding moet brengen,
5.4.
bepaalt dat, als [eiser 1] een
deskundigenberichtwil houden, hij zich moet uitlaten over de te stellen vragen, het aantal deskundigen en de persoon van de deskundige(n),
5.5.
bepaalt dat, als [eiser 1]
getuigenwil laten horen, hij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun gemachtigden in de maanden
augustus 2025tot en met
januari 2026dan direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.6.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de zitting van mr. P. van Eijk, in het gerechtsgebouw te Leeuwarden, Zaailand 102,
5.7.
bepaalt dat
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de kantonrechter en de wederpartij moeten toesturen,
5.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. van Eijk en in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2025.
57910

Voetnoten

1.Hoge Raad 29 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2432.