Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift inhoudende verzet tegen de heffing van griffierechten;
- het verweerschrift van de Griffier.
2.De feiten
2. [vennootschap]
3. [vennootschap]
4. [vennootschap]
5. [vennootschap]
6. [vennootschap]
7. [vennootschap]
8. [vennootschap]
10. [vennootschap]
11. [vennootschap]
12. [vennootschap]
- 12x € 688,00 voor de verzoeken in het kader van artikel 376 Faillissementswet;
- 5x € 688,00 voor de verzoeken in het kader van artikel 42a Faillissementswet.
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.De beslissing
- verklaart het verzet gegrond,
- stelt het griffierecht inzake de verzoekschriften met de volgende nummers vast op € 688,00 per verzoekschrift/zaaknummer:
- bepaalt dat de Griffier het teveel betaalde griffierecht inzake de verzoekschriften waarin het griffierecht op nihil is vastgesteld, dient te crediteren,
- wijst het meer of anders gevorderde af.